6.1.1. Instellen systeem kenmerk
Opmerking
Het systeem kenmerk wordt bij de inbedrijfstelling ingevoerd of
automatisch gevormd wanneer het toestel handmatig wordt
ingesteld.
a) Controleer en/of wijzig hier de ingestelde code.
6<67((0 .(10(5.
;;;;;;;
$NNRRUG (17(5!
$DQSDVVHQ 0(18!
b) Voer het juiste systeem kenmerk in op de volgende wijze:
1.
De cursor knippert op de eerste positie.
2. Kies met de pijlen
en/of
display de juiste waarde.
3. Druk op Enter.
4. De cursor verspringt naar de tweede positie. Voer op deze
manier de gehele code in.
5. Controleer de ingevoerde code. Indien de code onjuist is
kunt u deze nog aanpassen door de MENU-toets in te
drukken.
6. Bevestig met de Enter-toets.
c) Nadat het toestel is ingesteld verschijnt het volgende menu:
67$570(18 (,1'(
$ 7(67 :$507(3203
% 9(5/$$7 ',7 0(18
& 231,(8: ,167(//(1
Z
Let op!
Test de warmtepomp nooit als het verwarmingssysteem niet
gevuld is.
d) Kies in dit menu
A. Test Warmtepomp.
7(67 :$507(3203
/7 VHWSRLQW
7LMG
PLQ
$IEUHNHQ (17(5!
Gedurende 4 minuten zal de warmtepomp gaan draaien om te
beoordelen of de warmtepomp juist functioneert.
Opmerking
Itho Daalderop adviseert de warmtepomp altijd te testen in dit
stadium.
84
aan de rechterzijde van het
;<=&
Z
Let op!
De warmtepomp kan onder bepaalde condities teveel geluid
produceren. Dit geluid kan grofweg in drie groepen worden
ingedeeld, namelijk;
- Contactgeluiden.
- Luchtruis.
- Metaalachtig kloppen.
Indien bovenstaande geluiden zich voordoen kan de test worden
afgebroken om de oorzaak te onderzoeken.
e) Na het aflopen van de test verschijnt weer het volgende menu:
67$570(18 (,1'(
$ 7(67 :$507(3203
% 9(5/$$7 ',7 0(18
& 231,(8: ,167(//(1
Met
B. Verlaat dit menu
rondt u de instelling af en keert u terug
naar het statusscherm.
Met
C. Opnieuw instellen
kunt eventueel een instelling
corrigeren.
f)
Zodra het statusscherm verschijnt is het toestel in bedrijf. Het
toestel is nu gereed om te verwarmen, te koelen
water te bereiden.
5(*(/ $
5(*(/ %
5(*(/ &
5(*(/ '
_ %$5
*) Alleen HP Cool Cube
Opmerking
Het toestel slaat het systeemkenmerk op. De laatste tien
systeemkenmerken worden in het geheugen bewaard en zijn
terug te lezen.
Tip
Wanneer u meerdere indentieke woningen moet installeren is
het raadzaam het systeemkenmerk te noteren zodat u het in een
volgende woning opnieuw kunt gebruiken.
(*)
en warm