KETELVEILIGHEID
.(7(/9(,/,*+(,'
&
&
&
&
MAX. CV VERMOGEN
(Voorbeeld voor 24 kW)
0$; &9 9(502*(1
N:
N:
N:
64
Wanneer de cv-aanvoertemperatuur in het toestel onder de ingestelde waarde zakt, dan
komt het toestel in bedrijf en warmt zich op tot circa 5-10 ºC boven de ingestelde waarde.
5°C – Toestel in ruimte met minimale kans om te bevriezen.
10°C – [Standaardinstelling].
15°C – Toestel in ruimte met gemiddelde kans om te bevriezen.
20°C – Toestel in ruimte met grote kans om te bevriezen.
Z
Let op!
De ketelveiligheid voorkomt alleen schade aan het toestel door bijvoorbeeld bevriezing.
Het voorkomen van schade aan de totale cv-installatie kan niet worden gegarandeerd.
Begrenst het maximale vermogen van het toestel voor woningverwarming. De ingestelde
waarde moet altijd hoger zijn dan of gelijk zijn aan het berekende installatievermogen.
Installatievermogen
Installatievermogen
Standaardinstelling
24/..
30/..
7 kW
7 kW
15 kW
18 kW
24 kW
30 kW