INSTELLINGEN
OFF by no heat
demand
Control mode
Aanvullende warmtebron
INSTELLINGEN
Keuze
Uitschakeltemp. van
hoofdwarmtebron
Temperatuur van
pompstart
Temperatuur van
ketelafkoeling
Overige instellingen
INSTELLINGEN
Hydraulisch
schema
Hystereze
van kamer-
thermostaat
46
SELECTIE
FABRIEKS
INSTELLING
– UIT
AAN
– AAN
ON/OFF
ON/OFF
modulation 5 K
modulation 10 K
modulation 20 K
SELECTIE
– geen
– haard
– automatische
bron
20 – 80
1 – 80
70 – 100
– UIT
– AAN
SELECTIE
FABRIEKS
INSTELLING
0, 1, 2, 3,
7
4, 5, 6, 7
0,2 – 5,0
0,3 K
Wanneer ON is gekozen, geen vrijgave van de
warmtebron indien er geen circuit in vraag is.
OFF is enkel van toepassing wanneer de warmtebron
altijd moet werken aan een minimum temperatuur.
Indien ON/OFF is gekozen wordt de warmtebron
aangestuurd door een aan/uit contact (klemmen 23-24).
Indien gekozen wordt voor een modulatie 5, 10 of 20 K,
dan wordt de warmtebron aangestuurd door een 0–10 V
signaal (klemmen 54-55) volgens een proportionele
band van 5, 10 of 20 K.
FABRIEKS
INSTELLING
Geen : geen aanvullende warmtebron.
Geen
Houtkachel / hydroconvector / overige :
een watertemperatuursonde detecteert
of de warmtebron actief is en schakelt
de circulatiepomp in om oververhitting te
voorkomen.
60 °C
De hoofdwarmtebron wordt stilgelegd wanneer
de sonde een hogere temperatuur meet.
55 °C
De circulatiepomp wordt ingeschakeld wanneer
de sonde een hogere temperatuur meet.
90 °C
Indien deze waarde wordt overschreden,
worden de pompen van circuits ECS en H1
ingeschakeld.
UIT
Momenteel nutteloos
Bepaalt het gedrag van het systeem.
Het gedrag 7 moet worden toegepast om te voldoen aan de
voorgestelde hydraulische schema's.
Temperatuurverschil tussen de inschakel- en uitschakel drempels
bij gebruik van het bedieningspaneel als omgevings thermostaat.
INFORMATIE
INFORMATIE
INFORMATIE