6.8
Optellen
Door deze functie is het mogelijk om de afzonderlijke weegwaarden aan het
optelgeheugen met de toets M+ toe te voegen en deze na het aansluiten van de
optionele printer te drukken.
• Bij de actieve optelfunctie verschijnt boven het symbool M+ de aanduiding
[].
• De optelfunctie is niet actief indien het gewicht minder dan 20 d bedraagt.
• Er kunnen enkel de stabiele weegwaarde opgeteld.
Het gewogen materiaal A ophangen.
Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding verschijnt en vervolgens de toets M+
drukken.
Er worden achter elkaar: de aanduiding 'ACC01: en gewichtswaarde afgelezen.
De gewichtswaarde wordt aan het optelgeheugen toegevoegd.
Het gewogen materiaal verwijderen. Het volgende weegmateriaal wordt pas
gewogen als de aanduiding ≤ nul bedraagt.
Het gewogen materiaal B ophangen.
Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding verschijnt en vervolgens de toets
M+drukken. De gewichtswaarde wordt aan het optelgeheugen toegevoegd. 2s
lang worden achter elkaar: aantal wegingen "ACC02: en totaalgewicht afgelezen.
De actuele gewichtswaarde verschijnt
Indien nodig het volgende gewogen materiaal zoals voornoemd optellen.
Tussen de afzonderlijke wegingen de kraanweegschaal ontlasten.
Dat proces kan willekeurig aantal keren worden herhaald totdat het weegbereik
van de kraanweegschaal wordt gebruikt.
Het totaalgewicht aflezen
Bij nulaanduiding de toets M+ drukken, het aantal wegingen en het totaalgewicht
worden 2 s lang achter elkaar afgelezen.
Het optelgeheugen wissen:
Bij nulaanduiding de toets M+ drukken, het aantal wegingen en het totaalgewicht
worden 2 s lang achter elkaar afgelezen. Tijdens deze aanduiding de toets ZERO
opnieuw drukken.
De in het optelgeheugen opgeslagen gegevens worden gewist, de aanduiding []
boven het symbool "M+" verdwijnt.
HFD-BA-nl-1811
24