Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Keuze Van De Installatielocatie; Binnenunit; Buitenunit - REMKO RVD Series Bedienings- En Installatiehandleiding

Plafondcassettes voor koelen en verwarmen
Verberg thumbnails Zie ook voor RVD Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

REMKO serie RVD

5.4 Keuze van de installatielocatie

Binnenunit

De binnenunit is ontworpen voor horizontale pla-
fondmontage. De minimale afstand tot de vloer
moet 2 meter zijn.

Buitenunit

De buitenunit is ontworpen voor een horizontaal
staande positie buiten. De opstellocatie van het
apparaat moet horizontaal, vlak en stevig zijn.
Bovendien moet het apparaat worden vastgezet
zodat het niet kan kantelen. De buitenunit kan
zowel buiten als binnen een gebouw worden
geplaatst. Bij de buitenmontage moet u rekening
houden met de volgende aanwijzingen ter
bescherming van het apparaat tegen weersin-
vloeden.
Regen
Het apparaat bij vloer- of dakopstelling met min. 10
cm bodemvrijheid monteren. Een vloerconsole is
leverbaar als accessoire.
Zon
De condensor van de buitenunit is een module die
warmte afgeeft. Instraling van de zon verhoogt de
temperatuur van de lamellen en vermindert daar-
door de warmteafvoer van de lamellenwarmtewis-
selaar. De buitenunit moet indien mogelijk aan de
noordzijde van het betreffende gebouw worden
geplaatst. Indien mogelijk moeten er bouwkundige
voorzieningen worden aangebracht die voor
schaduw zorgen. Dit kan ook gebeuren door een
afkapping. De uitstroom van warme lucht mag door
deze maatregelen echter niet beïnvloed worden.
24
Wind
Als het apparaat op een winderige plaats wordt
geïnstalleerd, let er dan op dat uitstromende
warme lucht met de hoofdwindrichting mee wordt
afgevoerd. Als dit niet mogelijk is, moeten bouw-
kundige voorzieningen worden aangebracht ter
bescherming tegen wind. Let er op, dat de windbe-
scherming de luchttoevoer van het apparaat niet
beïnvloedt. Extra stabilisatie is raadzaam. Dat kan
bijv. met kabels of andere constructies worden
gerealiseerd.
1
Afb. 20: Windbescherming
1: Wind
Sneeuw
In gebieden met sterke sneeuwval moet het appa-
raat bij voorkeur tegen een wand worden geïnstal-
leerd. De montage dient dan min. 20 cm boven de
te verwachten sneeuwhoogte te gebeuren, om het
binnendringen van sneeuw in de buitenunit te ver-
hinderen. Een wandconsole is leverbaar als acces-
soire.
20 cm
1
Afb. 21: Minimale afstand tot sneeuw
1: Sneeuw

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Rvd 355 dcRvd 525 dcRvd 685 dcRvd 1055 dc

Inhoudsopgave