Table 23 - PROFIBUS-datauitwisseling
Configuratie:
Gebruiker parameter bytes:
Cyclische gegevens wegschrijven (van Master naar pomp)
Table 24 - Cyclische gegevens wegschrijven (van Master naar pomp)
16 bit
Byte 1 (laag), 2 (hoog)
16 bit
Byte 3 (laag), 4 (hoog)
16 bit
Byte 5 (laag), 6 (hoog)
Table 25 - Control Word
Bit
Omschrijving
0
Motor loopt (1=Loopt)
1
Draairichting (0=met de klok mee, 1=tegen de klok in)
2
Teller toerental motor reset (1 = Reset telling)
3
Gereserveerd
4
Gebruikersparameters inschakelen Min./Max. toerental inschakelen (1=Ingeschakeld)
5
Veldbus master inschakelen om opbrengstkalibratie in te stellen (1=Ingeschakeld)
6
Niet gebruikt
7
Vloeistofpeil opnieuw instellen
8-15
Gereserveerd
Instelpunt snelheid pompkop
De waarde van het instelpunt voor de snelheid is een niet-ondertekende 16-bit integer die de
snelheid van de pomp vertegenwoordigt in 1/10de van de tpm. Bijvoorbeeld 1205 staat voor
120,5 tpm.
Opbrengstkalibratie instellen
Deze parameter wordt gebruikt om de opbrengstkalibratiewaarde van de veldbusinterface in te
stellen. Het is een niet-ondertekende 16 bit integer die μl per omwenteling van de pompkop
vertegenwoordigt. Let op: deze waarde wordt alleen gebruikt als bit 5 van het besturingswoord
geactiveerd is.
m-qdos-allmodels-nl-08
0x62, 0x5D (3 woorden uit, 14 woorden in)
6
Control Word
Instelpunt snelheid pompkop (niet-ondertekend)
Instelling opbrengstkalibratie in μl per omwenteling
76