11.2
DC-voedingsoptie
De verschillende DC-bronnen kunnen het volgende omvatten:
•
Automobiel - hetzij mobiel, zoals gemonteerd op een aanhanger of statisch, zoals een
voertuigaccu of hulpuitgang
•
Conventionele DC-voeding van AC-netvoeding, zoals 12 V of 24 V voeding die PLCs van
elektriciteit voorzien
•
Zonnepanelen met elk type back-up batterij binnen het ingangsbereik
•
Andere duurzame energieopwekkers zoals wind/waterturbines met elk type back- up
batterij binnen het ingangsbereik
Voedingskabel: De pomp is voorzien van een kabeltule en een ca. 2,0 m (6,6 ft) lange
voedingskabel en een IP31 spatwaterdichte platte-zekeringshouder en 20 A platte zekering. De
kabel kan niet door de gebruiker worden losgekoppeld en de ingangstule aan de voorkant van
de pomp mag niet worden gedemonteerd.
Installatie instructies
Wij raden ten zeerste aan een isolatieschakelaar tussen de voedingsbron en de pomp aan te
brengen. De kabel is uitgevoerd met M8 ringklemmen voor het aanbrengen van algemene
isolatoren.
De 20 A platte zekering is een veiligheidsvoorziening en mag niet worden overbrugd, verwijderd
of van waarde worden veranderd.
De zekeringhouder is spatwaterdicht (IP31), maar NIET waterproef (IP66). Verbinding met de
DC-bron moet worden uitgevoerd met de geschikte IP-bescherming.
Er kan veel startstroom nodig zijn, met name bij lage spanning, zie "Prestatiedata" op
pagina156 om de juiste voedingsbron te kiezen.
We RADEN AF om de lengte van de kabel groter te maken als deze met 12 V-systemen wordt
gebruikt vanwege extra spanningsverlies in de kabel. Vergroten van de kabellengte maakt
bovendien EMC- naleving van de pomp ongeldig waardoor de gebruikers hun eigen EMC-
nalevingscontrole op systeemniveau moeten uitvoeren.
m-qdos-allmodels-nl-08
36