6.4.1.4 Gebied – Pas de grootte van het gazon aan als ze veranderd is.
• Druk viermaal op de knop "Instellingen", tot het oppervlaktepictogram knippert.
• Schuif om de oppervlakte in te stellen en druk op "OK" om te bevestigen.
• Indien meer dan één zone gedefinieerd is, schuif u eerst naar de zone die u wilt bewerken en stelt u
zoals boven beschreven haar oppervlakte in.
De namen van zones zijn als volgt:
L1 – Basiszone
L2 – Aparte zone A
L3 – Aparte zone B
A1 – Subzone 1
A2 – Subzone 2
A3 – Subzone 3
A4 – Subzone 4
• De waarde SUP vergroot de oppervlakte van het gazon voorbij de aanbevolen instelling (Maximale vs
Aanbevolen oppervlakte van het gazon in de specificaties van het model). De maximale grootte van
het gazon geldt voor ideale maai-omstandigheden: een vlak gazon, een eenvoudige rechthoekige
vorm, geen obstakels, geen bijkomende zones en niet te snel groeiend gras.
• De waarde SUP kan alleen worden geselecteerd als geen bijkomende zones gedefinieerd zijn.
• Als de instellingen Maaifrequentie of Inactieve uren gewijzigd worden nadat het gebied op SUP
ingesteld is, zal de instelling voor het gebied automatisch naar de volgende lagere waarde worden
verlaagd.
6.4.2 Geavanceerde instellingen
De Geavanceerde instellingen zijn extra menuopties die zelden worden gewijzigd en daarom niet opgenomen
zijn in de Basisinstellingen.
• Om een optie/functie in de Geavanceerde instellingen te wijzigen, drukt u continu gedurende drie seconden op
de knop "Instellingen".
• Menuu 'P001' wordt weergegeven. Gebruik de pijlen om naar de instelling te schuiven die u wilt wijzigen en druk
vervolgens op OK.
• Gebruik de pijlknop om de instelling te veranderen en druk op OK om te bevestigen.
• Schuif om de extra menuopties te wijzigen en druk op STOP om terug te gaan naar de hoofddisplay.
Dit zijn de opties voor Geavanceerde instellingen:
Scherm
Instelling
Interval
P001
(Standaard = 2)
• Regelt de frequentie van de maaicyclussen voor een gegeven zone
van uw gazon.
• Het standaardinterval is Gemiddeld (het equivalent van twee
maaicyclussen per week). Dit betekent dat de Robomow tweemaal
per week uw gazon volledig zal maaien.
• De nummers in het menu komen overeen met de volgende
maaifrequenties:
1 – LAAG (een maaicyclus per week)
2 – GEMIDDELD (twee maaicyclussen per week)
3 – HOOG (komt overeen met dagelijks maaien).
• De optie 'Maaifrequentie' is alleen beschikbaar voor zones waar een
basisstation geïnstalleerd is. Als u ten minste één aparte zone met
een basisstation hebt gedefinieerd (zie menu's P013 en P014), zal de
Robomow u vragen de relevante zone te selecteren voor de instelling
wordt gewijzigd (L1 staat voor de hoofdzone, L2 voor aparte zone A,
enz.)
• Buiten het seizoen, wanneer het gras trager groeit, wordt het
aanbevolen om het interval te veranderen in "LAAG". Deze rustperiode
helpt het gras en verlengt de levensduur van de maaimachine.
• De snelheid waarmee het gras groeit tijdens het jaar (afhankelijk van
temperatuur, soort gras, bemesting enz.).
• Sterke bemesting en gunstige weeromstandigheden kunnen zorgen,
dat het gras sneller groeit. Kies in dat geval de optie "Maaifrequentie"
Hoog.
Beschrijving
Opties
1/2/3
35