3.3.2 Directe aansluiting van de DC bekabeling op de printplaat
WAARSCHUWING
De spanning op de bekabeling van de PV-panelen is hoog (tot 450 VDC) en is niet
afschakelbaar. U dient het strippen en aansluiten van deze bekabeling dan ook met
grote zorg uit te voeren. De spanningen in het DC-deel van het systeem zijn zwevend
(klasse II), wat inhoudt dat het per ongeluk direct aanraken van slechts één van de
geleiders (+ of –) niet zal leiden tot persoonlijke ongelukken. Dit dient echter wel
voorkomen te worden! Kortsluiting van de geleiders dient in alle gevallen verkomen te
worden.
Volgt u de aangegeven stappen nauwgezet in de aangegeven volgorde:
1 Open het aansluitcompartiment aan de onderzijde van de kast. U dient hiervoor de
twee schroefjes aan de onderzijde van de kast los te draaien, zodat de afsluitplaat
uit de behuizing geschoven kan worden.
2 De kast is voorzien van vier invoerwartels voor de DC-bekabeling (zie figuur 3,
onderdelen 9 en 10). Voer per opening één ongestripte DC-kabel naar binnen.
3 Open de oranje klepjes in beide DC-scheiders (onderdeel 4 in figuur 3).
4 Strip de plus (+) kabel van string 1 (let op: hier staat spanning op) met een
geschikte tang over een lengte van ca. 8mm en sluit deze aan op de linker plus (+)
aansluitklem op de print (onderdeel [2] in figuur 3). Dit is een veerklem die u kunt
openen met een platte schroevendraaier (zie 3.2.1 en figuur 1). Controleer de
aansluiting door even aan de kabel te trekken.
5 Doe hetzelfde voor de min (–) kabel van string 1 en sluit deze aan op de eerste
min (–) aansluitklem op de print (onderdeel [3] in figuur 3).
6 Meet de spanning van string 1 met een geschikte multimeter en controleer de
polariteit. U plaatst daartoe de meetpennen van de multimeter in de aansluitklem
op de plaats waar de schroevendraaier de klem opent. Deze spanning moet
ongeveer gelijk zijn aan de openklemspanning (Voc) per PV paneel (zie
specificaties van het gebruikte PV-paneel), vermenigvuldigd met het aantal PV
panelen in serie in de string. De gemeten spanning is afhankelijk van de instraling,
maar ligt in de meeste gevallen rond de 70-95% van de gespecificeerde spanning.
Deze spanning dient tussen de 190 en 450VDC (Sunmaster model QS1200) of
210 en 450VDC (Sunmaster model QS2000) te liggen.
7 Herhaal, indien twee strings worden aangesloten, stap 4, 5 en 6 voor de tweede
string. Bij gelijk blijvende omstandigheden (instraling) dient de gemeten waarde
voor de spanning nauwelijks af te wijken van de eerste gemeten waarde (max
5%).
8 Meet met een geschikte multimeter de lekstroom (mADC) tussen de plus (+)
aansluiting [2] en aarde en min (–) aansluiting [3] en aarde. Deze waarde dient nul
(of kleiner dan 1 mA) te zijn.
9 Sluit de DC scheiders [4] en druk deze goed aan. Let op: bij slecht contact kan de
Sunmaster defect raken!
36
Sunmaster QS1200 - QS2000 / v 1.0 / NL