Document Server
❖ Inbindformaat
• Tweezijdige kopie
(boven-boven)
• Tweezijdige kopie
(boven-onder)
• Boekje
• Tijdschrift
❖ Kaftbehandeling
• Voorblad/Tussenblad
3
• Bewerken/stempel
❖ Afwerken
• Sorteren
• Stapelen
• Nieten
❒ Wanneer u meer dan één set
wilt afdrukken terwijl u de Sor-
teerfunctie gebruikt, dan kunt u
het resultaat controleren door
eerst één set af te drukken. Zie
Pag.45 "Testafdruk".
❒ Als er meerdere documenten te-
gelijkertijd worden afgedrukt,
kunt u deze in één enkele set
combineren door de afdruk-
volgorde aan te passen.
❒ Als u meerdere documenten ge-
lijktijdig afdrukt, worden de af-
drukinstellingen voor het eerste
afgedrukte document ook op alle
andere documenten toegepast.
❒ Als u een meerdere bestanden
selecteert, kunt u de bestands-
namen of de afdrukvolgorde tij-
dens stap A controleren door
met [T] en [U] door de lijst te
bladeren.
❒ Druk op [Selekteer bestand] om
terug te keren naar het display
Select. afdrukbest.
❒ De functies "Boekje", "Tijd-
schrift" en "Stempel" kunnen
niet worden gebruikt voor do-
cumenten die met de faxfunctie
zijn opgeslagen.
44
❒ De functies "Boekje", "Tijd-
schrift" en "Stempel" kunnen
niet worden gebruikt voor do-
cumenten die met een combina-
tie van verschillende functies
zijn opgeslagen.
D
Geef met de cijfertoetsen het ge-
wenste aantal afdrukken op.
Opmerking
❒ U kunt maximaal 999 kopieën
achter elkaar maken.
E
Druk op de toets {Start}.
Het afdrukken wordt gestart.
Afdrukken stoppen
A
Druk op de toets {Wis/Stop}.
B
Druk op [Stoppen].
Het aantal exemplaren wijzigen
tijdens het afdrukken
Beperking
❒ U kunt alleen het aantal exempla-
ren wijzigen als de functie Sorteren
is geselecteerd in de afdrukinstel-
lingen.
A
Druk op de toets {Wis/Stop}.
B
Druk op [Aantal sets wijzigen].
C
Geef het nieuwe aantal exempla-
ren op met de cijfertoets.
D
Druk op de toets {#}.
E
Druk op [Doorgaan].
Het afdrukken wordt hervat.