3.7.1. Vaste snelheid
De eerste regelmodus, Vaste snelheid, maakt automatische variatie van de pompsnelheid mogelijk, met drie verschillende
snelheden:
Instellingen:
1.
Snelheid 1
2.
Snelheid 2
3.
Stand-bysnelheid
De regeleenheid van het systeem schakelt de pompfrequentie in op basis van:
1.
Werkelijke capaciteit systeem
2.
Status van digitale invoer Dubbele snelheid
Als er geen actieve compressoren zijn (Capaciteit apparaat = 0%), wordt de pomptoerental ingesteld op Stand -bysnelheid,
anders wordt Snelheid 1 of Snelheid 2 geselecteerd op basis van de invoerstatus Dubbele snelheid.
3.7.2. Variabel primair debiet (VPF)
De tweede regelmodus is de VPF-modus, waarbij de pompsnelheid wordt geregeld met het doel om een minimale drukval
op een afgelegen locatie van de installatie te behouden op een setpointwaarde die bepaald wordt om de vereiste gekoelde
stroom via klemmen of spoelen te waarborgen. Wanneer het systeem is uitgeschakeld, leest de regeleenheid de Drukval
belasting op een verder weg gelegen klem af, en geeft een 0-10 V-signaal als aanwijzing voor variabele
snelheidsaandrijving.
Het regelsignaal wordt gegenereerd door een PI-algoritme en is altijd beperkt tot een minimum- en maximumwaarde die
standaard is ingesteld op 0% en 100%. De 2 weg-omleidingsklep is geïnstalleerd op een leiding in de buurt van de pompen
om een minimale waterstroming van de verdamper te waarborgen.
De VPF-regelmodus wordt geregeld door de volgende instellingen:
•
LoadPD Setpoint
•
EvapPD Setpoint
•
LoadPD
•
EvapPD
•
Parameter Ti
3.7.3. DeltaT
De derde regelmodus is de DeltaT-modus, waarbij de pompsnelheid wordt gemoduleerd via een PID om een constant
verschil te garanderen tussen de Intredewatertemperatuur verdamper en de Uittredewatertemperatuur verdamper.
Deze wordt geregeld door de volgende instelling:
▪
DeltaT
Alle instellingen met betrekking tot pompbeheer zijn beschikbaar in het menu [8].
Menu Parameter
08
00
(Recirculation
time)
01
(Standby Speed)
02
(Speed)
03
(Max Speed)
04
(Min Speed)
05
(Sp Speed1)
06
(Sp Speed2)
07
(Setpoint kPa1)
08
(Setpoint kPa2)
09
(BypassValveSt)
10
(LoadPD)
11
(EvapPD)
Bereik
Beschrijving
0-300
Minimaal benodigde tijd waarbinnen de debietregelaar gesloten moet zijn
voor de start van het systeem
0-100
Pomptoerental met Capaciteit apparaat = 0
0-100
Werkelijke feedback pompsnelheid
0-100
Maximumwaarde voor de pompsnelheid
0-100
Minimumwaarde voor de pompsnelheid.
0-100
Eerste doelwaarde voor de pompsnelheid bij regeling met een Vaste
snelheid.
0-100
Tweede doelwaarde voor pompsnelheid bij regeling met een Vaste
snelheid.
0-45
DeltaP-doel voor de verste klem van het systeem
0-45
Minimaal toegestane waarde voor de Drukval verdamper.
Uit/Aan
Uit = Drukval verdamper > Minimaal setpoint drukval verdamper +
Hysteresis.
Aan = Drukval verdamper < Minimaal setpoint drukval verdamper
0-1000
Deze waarde geeft de werkelijke druk door de verste klem heen weer.
0-1000
Deze waarde geeft de werkelijke drukval door de verdamper heen weer.
R/W Psw
W
W
R
W
W
W
W
W
W
R
R
R
D-EOMHP01505-22_02NL 15/38
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1