Inhoudsopgave
Advertenties
1. DESCRIZIONE DEI COMPONENTI
8. BEDIENINGSLOGICA
8.9 Verwarming tapwateropslag
De uiteindelijke beschikbaarheid van tapwater door het aan-
sluiten van de WP aan een specifieke tapwateropslag wordt au-
tomatisch beheerd via de SMART-MT en een specifieke tapwa-
tertemperatuurvoeler die zich in de tapwateropslag bevindt.
Dit beheer is actief met Par 122 = AAN (standaard. De vraag om
aftapwater kan op volgende wijzen gebeuren:
Par 123=0 Een 10 kΩ-temperatuurvoeler (25°C) aansluiten
(Cod. 0724510) tussen klemmen 5-6 van het PRINTPLAAT-AAN-
SLUITBLOK. In dit geval zal de productie gestopt worden wan-
neer de ingestelde temperatuur bereikt wordt, bepaald door
parameter 126, en wordt ze hervat bij een watertemperatuur
lager dan parameters 126 – 127.
Par 123=1 Vraag om tapwater als er tussen klemmen 5 en 6
van het PRINTPLAAT-AANSLUITBLOK een gesloten contact is.
Voor deze oplossing moet u een thermostaat installeren, met
een open contact, tot een bereikt instelpunt, van voornoemde
klemmen.
Par 123=2 vraag naar tapwater indien er een open contact is
tussen aansluitingen 5-6 van het PRINTPLAAT-AANSLUITBLOK.
Voor deze oplossing moet u een thermostaat installeren, met
een gesloten contact , tot een bereikt instelpunt, van voor-
noemde klemmen.
Bij parameter 112=AAN (standaardwaarde), met vraag om tap-
water, wordt een aangedreven uitgang "3W.V.SANITARY" geac-
tiveerd (klem H, PRINTPLAAT-AANSLUITBLOK) en pomp 1 slaat
aan wanneer de vertragingstijd die in parameter 130 ingesteld
werd, verstreken is.
H
Thermostaat DHW
Opmerking:
De vraag naar tapwater heeft voorrang op het klimaatbeheer.
Om de voorrang van tapwater op het klimaatbeheer te beper-
ken op basis van een dagelijkse periode, neemt u contact op
met een erkend dealer. Bovendien is geen warmtedesinfectie-
systeem voor de tapwateropslag actief.
Om de geplande warmtedesinfectie voor de tapwateropslag te
starten, neemt u contact op met een erkende dealer.
v6_2019_Warmtepomp versie NL_opmaak.indd 39
3W.V.Sanitary
5
Sanitair water
Temperatuurvoeler
6
8.11 Comfort- of verlaagde periodes
Bij gebruik van de CRONO-TH is het mogelijk om de omgevings-
instellingen te definiëren via "Comfort" (par. 202 in verwar-
ming, par. 200 in koeling).
Indien tijdens bepaalde periodes van de dag er geen behoefte
is aan comfort, bv. 's nachts, kunt u deze instellingen matigen,
ze worden m.a.w. "verlaagd" (par. 203 voor verwarming, par.
201 voor koeling).
Met parameters 205 en 206 is het mogelijk om het tijdstip van
de dag in te stellen waarop men respectievelijk de overgang
tussen comfort en verlaagd kan forceren.
Met parameter 204 of met een korte druk op de "omhoog"-toets
van de CRONO-TH kan de set geforceerd gewijzigd worden, van
comfort naar verlaagd, en vice versa. Dit kan handig zijn als u
bijvoorbeeld, net voor u de woning verlaat, snel naar de ver-
laagde modus wenst over te gaan.
Opmerking:
Standaard is de comfortinstelling altijd actief, en als men ze
handmatig wijzigt in de verlaagde instelling, dan keert ze op
het einde van de dag (0.00 u.) automatisch terug in de com-
fortmodus.
39
2/10/19 15:07
Advertenties
Inhoudsopgave
