1. DESCRIZIONE DEI COMPONENTI
5. INSTALLATIE
5.1 Minimale werkingsruimte
Voor alle modellen
Zorg voor naleving van de minimale werkbare ruimtes voor
onderhoud.
5.2 Bevestiging
Beveilig het toestel met behulp van bouten met Ø 10 mm, en
dit op volgende plaatsen:
• aan de onderkant
• aan de trillingsdempende steunen op de grond
• aan de zwevende klembeugels
Als het toestel geïnstalleerd wordt in een omgeving die
onderhevig is aan zware sneeuwval, dan moet u het op een
hoogte van 200 mm boven het gemiddelde sneeuwniveau
installeren, of als alternatief zwevende klembeugels gebruiken
op het buitentoestel.
Let op voor sneeuw, ook
sneeuw die van het dak
glijdt, want dit kan de lucht-
leidingen verstoppen.
v6_2019_Warmtepomp versie NL_opmaak.indd 17
5.3 Condensatieafvoerleidingen
• Als u een L-vormige aansluiting gebruikt, beveiligt u die
zoals hier getoond.
• Plaats de L-vormige aansluiting niet in koude zones waar de
temperatuur continu onder nul valt. Een bevroren afvoerlei-
ding kan de ventilatormotor doen stoppen.
Afvoerelleboog
Leiding
17
2/10/19 15:07