Inhoudsopgave
Advertenties
8. BEDIENINGSLOGICA
1. DESCRIZIONE DEI COMPONENTI
8.6 Logica van de klimaatcurves
De logica die de temperatuur van het gevraagde water naar de
warmtepomp regelt, is bij normale verwarming in de winter of
koeling in de zomer gebaseerd op de klimaatcurves. De basislogica
is om de temperatuur van het gevraagde water afhankelijk van de
buitentemperatuur te moduleren.
Winterklimaatcurve
De winterklimaatcurve wordt opgebouwd door de volgende para-
meters in te stellen:
- 210: Minimale buitentemperatuur tijdens de winter (standaard -5 °C)
- 211: Maximale buitentemperatuur tijdens de winter (standaard 20 °C)
- 212: Minimale aanvoerwatertemperatuur tijdens de winter (standaard 22 °C)
water-
- 213: Maximale aanvoerwatertemperatuur tijdens de winter (standaard 45 °C)
aanvoer
213
water-
aanvoer
213
212
212
210
210
De temperatuur van het gevraagde water wordt berekend op
basis van de buitentemperatuur (Par 108).
Indien de buitentemperatuur zeer laag is, wordt volgens die
logica dus water met een hoge temperatuur gevraagd, en om-
gekeerd: bij mildere buitentemperaturen mag het gevraagde
water koeler zijn.
Zomerklimaatcurve
De zomerklimaatcurve wordt opgebouwd door de volgende
parameters in te stellen:
- 217: Minimale buitentemperatuur tijdens zomer (standaard 23 °C)
- 218: Maximale buitentemperatuur tijdens zomer (standaard 32 °C)
- 219: Minimale aanvoerwatertemperatuur tijdens zomer (standaard 15 °C)
- 220: Maximale aanvoerwatertemperatuur tijdens zomer (standaard 22 °C)
water-
aanvoer
220
water-
aanvoer
220
219
219
217
217
De temperatuur van het gewenste water wordt berekend op
basis van de buitentemperatuur (parameter 108). Indien de bui-
tentemperatuur zeer hoog is, wordt volgens die logica dus water
met een lage temperatuur gevraagd, en omgekeerd: bij koelere
buitentemperaturen mag het gevraagde water warmer zijn.
38
v6_2019_Warmtepomp versie NL_opmaak.indd 38
:
Afb. 1
Bepaling van de temperatuur van het
gevraagde water, volgens de
winterklimaatcurve.
211
buiten-
temperatuur
211
buiten-
temperatuur
Afb. 2:
Bepaling van de temperatuur van het gewen-
ste water, volgens de
zomerklimaatcurve.
Termostato ACS
218
buiten-
temperatuur
218
Flussostato
buiten-
temperatuur
ON-OFF
Attenuazione notturna
Estate inverno
Instelpunt 2 klimaatcurves (om de convectoren aan te drijven)
Indien het tweede instelpunt geactiveerd is door het sluiten
van het "Instelpunt 2"-contact (klemmen 13-14 van het PRINT-
PLAAT-AANSLUITBLOK, wordt de temperatuur van het gewenste
water uit de warmtepomp berekend door middel van nog twee
klimaatcurves, één voor de winter en één voor de zomer. Deze kli-
maatcurves zijn gebaseerd op dezelfde buitentemperaturen, mi-
nimum en maximum, die ingesteld werden voor de vorige curves
(parameters 210, 211, 217, 218). De watertemperaturen zijn dan
wel instelbaar via volgende parameters:
Voor de winterklimaatcurve:
- 215: Minimale aanvoerwatertemperatuur (standaard 45 °C)
- 216: Maximale aanvoerwatertemperatuur (standaard 45 °C)
Voor de zomerklimaatcurve:
- 222: Minimale aanvoerwatertemperatuur (standaard 7 °C)
- 223: Maximale aanvoerwatertemperatuur (standaard 7 °C)
8.7 Omvormer frequentiemodulatie
Het uitgangssignaal van de SMART-MT dat de omvormerfre-
quentie controleert, is gebaseerd op de fout tussen:
- temperatuur van het gewenste water van de warmtepomp
(parameter 231).
• in airconditioningmodus wordt deze berekend volgens de
actieve klimaatcurve
• in tapwaterproductiemodus wordt deze ingesteld via
parameter 128.
- temperatuur van het aanvoerwater van de warmtepomp
(parameter 109).
Opmerking: Het uitgangssignaal van de SMART-MT parameter
235 vertegenwoordigt de gevraagde omvormerfrequentie; de
voedingsfrequentie van de compressor wordt verder geregeld
door de HOOFDPRINTPLAAT van de warmtepomp, in overeen-
stemming met de bedrijfslimieten van de compressor.
8.8 Beheer luchtontvochtiger
Een ontvochtiger kan worden geactiveerd om de luchtvochtig-
heid in de ruimte te regelen. Dan is het mogelijk om hetzelfde
te starten via een aangesloten relais tussen de aansluiting G
van de PRINTPLAAT AANSLUITBLOK en de neutrale N van het
AANSLUITBLOK. Ook de activering van de warmtepomp in koe-
lmodus kan worden ingesteld.
Activering van ontvochtiger vindt alleen plaats in koelmodi in
de volgende gevallen:
- Sluiten van de IN- en COM-contacten (humidistat-verbinding).
- Als de CRONO-TH is geïnstalleerd, wanneer de relatieve
vochtigheid gedetecteerd door de sensor die erin is geplaatst,
1
Outdoor
groter is dan de Set-set (parameter 119) het differentieel (pa-
Temp.
2
rameter 120)
3
Temp. Water
G
Supply System
4
5
Sanitary Tank
Water Sensor
6
IN
Dauwpunt
COM
sensor
12V
7
Remote
On/Off
8
9
Night
Mode
10
11
Remote
Elec. heat
A
Sanitary
C
Ontvochtiger
Room
D
Thermostat
N
E
L
Pump 1
K
Input
J
Pump1-2
F
Ext. Heat
Source
L
I
Out Pump 2
3W. V. Sanitary
H
Dehumidifier
G
2/10/19 15:07
Advertenties
Inhoudsopgave
