8. BEDIENINGSLOGICA
1. DESCRIZIONE DEI COMPONENTI
Booster pomp
Voor systemen uitgerust met een "open collector", en indien
Pomp 1 automatisch geactiveerd wordt door de SMART-MT,
kan een relaispomp worden aangesloten: fase "L" naar klem K
van de PRINTPLAAT AANSLUITBLOK en neutrale "N" naar het
PdC-aansluitblok. Op deze manier werkt de boosterpomp par-
allel met pomp 1.
K
Pomp 1
opmerking
Als Pomp 1 wordt geactiveerd door de aansluitingen E en J te
sluiten, kan aansluiting K niet worden gebruikt. In dit geval
kan een ondersteuningsrelais worden geïnstalleerd om een
booster pomp te activeren zoals volgt:
E
L
Pomp 1
K
Input
J
Pomp 1-2
8.3 Koel-/verwarmingsbedrijfsmodus
Er zijn drie manieren om de bedrijfsmodus van de warmte-
pomp te wijzigen, afhankelijk van de instelling van parameter
101, binnen het warmtepomp labelmenu:
- 101=0: Wijziging via SMART-MT (en CRONO-TH indien
geïnstalleerd)
- 101=1: Wijziging via extern contact "Afstand Koeling/
verwarming", verwarmings modus = open contact
- 101=2: Wijziging via extern contact "Afstand Koeling/
verwarming", verwarmingsmodus = gesloten con-
tact (standaardwaarde)
Zomer/Winter
v6_2019_Warmtepomp versie NL_opmaak.indd 37
MODUS-wijziging via SMART-MT. De bedrijfsmodus wordt
omgekeerd als u de Esc-toets ingedrukt houd
MODUS-wijziging via CRONO-TH: de bedrijfsmodus wordt
omgekeerd als u de Esc-toets ingedrukt houdt.
8.4 Frequentieverlaging in "NACHTMODUS"
Het controlesysteem van de SPANNINGSINVERTER van de
warmtepomp moduleert normaal het vermogen van de com-
pressor, op basis van de gevraagde warmtecapaciteit. Als de
L
behoefte bestaat om de maximumwaarde te verminderen van:
thermisch en elektrisch vermogen en/of geluidproductie van
de compressor, bv. in nachtbedrijf, is het mogelijk de "Nacht-
modus"-functie te activeren. Met het daartoe voorziene exter-
N
ne contact (klemmen 9-10 van PRINTPLAAT-AANSLUITBLOK).
Met GESLOTEN CIRCUIT wordt de maximale frequentie dan
verminderd tot de waarde van parameter 102.
8.5 Activering instelpunt 2
De warmtepomp regelt normaal de wateraanvoertemperatuur
op basis van de bedrijfsmodus en gekoppelde klimaatcurve
voor vloerverwarming (instelpunt 1). Het omgevingscomfort
wordt op deze manier bereikt door toepassing van water dat
direct op de temperatuur wordt geproduceerd met dezelfde
optimaliserende doeltreffendheid van de warmtepomp en de
daaraan gekoppelde elektrische energieverbruiken.
Wanneer u convectoren moet inschakelen, kunt u een tweede
niveau van de watertoevoertemperatuur activeren (instelpunt
-2). Deze activering gebeurt door middel van het sluiten van
het contact (klemmen 13-14 van het PRINTPLAAT-AANSLUIT-
BLOK) "Instelpunt 2". Met een gesloten contact, zal het toestel
werken volgens de "Instelpunt 2 klimaatcurves".
11
Afstand
Verwarmen/Koelen
Instelpunt 2
12
Functie Nachtmodus
9
Nacht-
modus
10
13
Nacht-
modus
14
37
2/10/19 15:07