1. DESCRIZIONE DEI COMPONENTI
8. BEDIENINGSLOGICA
8.1 Aan/Uit-status van de warmtepomp
Activering van de AAN/UIT-controle van de WP op de SMART-MT
en de CRONO-TH is onderhevig aan het sluiten van het externe "Af-
stand Aan/Uit"-contact (klemmen 7-8 van het PRINTPLAAT-AAN-
SLUITBLOK).
Open contact
AAN/UIT
Gesloten contact
In plaats van het woord "UIT", zal nu de tijd van de klok of de
aanvoertemperatuur worden weergegeven. Het is mogelijk om
de PdC aan/uit te schakelen door op de set-knop van de SMART-
MT te drukken of de knop van de CRONO-TH.
AAN/UIT
opmerking
• Na een warmtepomp-stop, te wijten aan de opening van het
"Remote Aan/Uit"-eindcontact of een stroomonderbreking,
zal de eerder opgeslagen status in SMART-MT teruggezet
worden bij het volgende opstarten.
•
Toestemming om de compressor op te starten wordt enkel
verkregen als de circulatiepomp (pomp 1) actief is; zie hoofd-
stuk 8.2
36
v6_2019_Warmtepomp versie NL_opmaak.indd 36
Warmtepomp (WP) AAN/UIT-TIMER:
Na het inschakelen van de warmtepomp kan het automatisch
in- en uitschakelen ingesteld worden, via de Aan/Uit-timer in de
SMART-MT.
Deze functie wordt geactiveerd door parameter 100=Aan in te
stellen, via het WP-labelmenu
Het is mogelijk om vier verschillende Aan/Uit-profielen te koppe-
len aan elke weekdag, in het bijzonder:
7
Afstand
- Profiel 1:
Aan/Uit
8
- Profiel 2:
- Profiel 3:
- Profiel 4:
Instellen van periode voor profielen 1 en 2 gebeurt binnen de
P1 en P2 -labelmenu's.
Het koppelen van de verschillende profielen aan elke weekdag
gebeurt binnen het dAYS-labelmenu.
opmerking:
Indien de Aan/Uit-timer actief is en de set-toets lang ingedrukt
wordt, zal de warmtepomp op SMART-MT of CRONO-TH afslaan,
zowel in de Aan- als Uit-periodes. Door opnieuw lang op de set-
toets te drukken, wordt de Aan/Uit-timer opnieuw geactiveerd.
Daardoor schakelt de warmtepomp in de Aan-periode in, en ligt
ze in de Uit-periode uit tot de volgende Aan-periode opnieuw be-
gint.
8.2 Activering circulatiepompen
Activering van pomp 1 laat de compressor starten.
Pomp 1 wordt in de volgende gevallen automatisch geacti-
7
veerd door de SMART-MT:
Afstand
1) Vraag naar tapwater
Aan/Uit
8
2) Vraag CRONO-TH (indien geïnstalleerd) als de omgevings-
temperatuur niet verzadigd is.
Voor de overgang van tapwater naar koeling en vice versa is
er een vertragingstijd voorzien voor het opstarten van Pomp1
(parameter 130), om het openen/sluiten van het 3-wegventiel
mogelijk te maken.
U kunt pomp 1 ook activeren via externe opdrachten (bv. ther-
mostaten), en wel op de volgende twee wijzen:
Pomp 1
Input
Pomp 1-2
opmerking
Als Pomp 1 geactiveerd is door de externe opdrachten, zal die
actief blijven, ook al is de warmtepomp uitgeschakeld via het
externe contact "Afstand Aan/Uit".
Vier periodes, twee Aan en twee Uit
Twee periodes, één Aan en één Uit
Eén periode, altijd Aan
Eén periode, altijd Uit
E
L
K
J
2/10/19 15:07