GEVAAR: Beschadiging en slijtage van
de inzetstukken. Hoogfrequente trillingen
en slijtage kunnen in zeldzame gevallen
leiden tot beschadiging van het inzetstuk.
Vervormde of beschadigde inzetstukken
kunnen tijdens het gebruik breken.
Beschadigde of versleten inzetstukken mogen
nooit worden gebruikt.
Controleer in geval van beschadiging of er
geen fragmenten op de plek van behandeling
achterblijven en zuig deze effectief af om ze
te verwijderen.
Het is noodzakelijk om de patiënt te
instrueren om tijdens de behandeling door
de neus te ademen of een tanddam te
gebruiken om inslikken van fragmenten van
beschadigde inzetstukken te voorkomen.
Controleer het inzetstuk op slijtage en
integriteit voor en tijdens elk gebruik. Als de
prestaties afnemen, vervang deze dan.
De slijtage van de meest gebruikte
inzetstukken (S1, S1-S, S2, S5, P2, P4, P10)
kan worden gecontroleerd met behulp van
de meegeleverde INSERT-CARD. Ga als volgt
te werk om de INSERT-CARD correct te
gebruiken:
• Plaats het inzetstuk op de INSERT-CARD
zodat het profiel overeenkomt met het
profiel dat op de kaart is afgedrukt. Het
profiel dat op de kaart is afgedrukt,
heeft een rode lijn die de slijtagelimiet
aangeeft;
• Als het inzetstuk korter is dan de
slijtagelimiet, zullen de prestaties
aanzienlijk lager zijn dan een nieuw
inzetstuk en wordt het aanbevolen om
deze te vervangen.
Indien de laag van titaannitride (gouden
oppervlak), indien aanwezig, zichtbaar
is versleten, moet het inzetstuk worden
vervangen. Het gebruik van een versleten
inzetstuk vermindert de efficiëntie van het
apparaat.
Diamanten inzetstukken: de diamanten
inzetstukken moeten vervangen worden
wanneer de laag van titaannitride zichtbaar
is versleten en in ieder geval na maximaal 10
behandelingen.
Wanneer de nitridelaag verslijt, verliest de
snijkant zijn effectiviteit; slijpen beschadigt
het inzetstuk en is daarom verboden.
Controleer of het inzetstuk niet versleten is.
Controleer tijdens de behandeling regelmatig
of het inzetstuk intact is, vooral de kop.
Vermijd tijdens de behandeling langdurig
contact met sperders of metalen
instrumenten die gebruikt worden. Oefen
tijdens het gebruik geen overmatige druk uit
op de inzetstukken.
GEVAAR: Gebruik uitsluitend
originele inzetstukken, accessoires en
reserveonderdelen van MECTRON.
OPGELET: Het is niet toegestaan om dit
apparaat te wijzigen.
GEVAAR: In het geval van een ongewenst
voorval en/of ernstig ongeval dat te wijten
is aan het apparaat wanneer deze correct en
volgens het beoogde gebruik gebruikt wordt,
wordt aanbevolen om dit te melden aan de
bevoegde autoriteiten en aan de fabrikant die
op het etiket van het product staat vermeld.
INTRODUCTIE
5