Nederlands
Stap 3: evacueren
De vacuümpomp aansluiten op het onderhoudsventiel
(met Schrader).
De vacuümpomp laten werken tot het betreffende vacuüm
is bereikt. Bij het evacueren moet minstens een absolute
druk van 0,2 mbar worden bereikt. Aan te bevelen zijn ech-
ter drukken onder 0,2 mbar.
De vacuümpomp afsluiten en onmiddellijk starten met het
vullen.
Stap 4: vullen
Na een correcte dichtheidscontrole en evacuatie de onder-
houdsventielen aan de binneneenheid openen. Bij koudeleidin-
gen > 7,0 m koudemiddel overeenkomstig bijvullen.
De warmtepomp is nu klaar voor gebruik.
20
Lucht/water-warmtepomp 9 - 12 k me koelen en warm sanitairwater
DOK41 HCIAO CxDNL · FD 9912
www.glendimplex.de