Lucht/water-warmtepomp 9 - 12 k me koelen en warm sanitairwater
6.7 Aansluiting
koudemiddelleidingen
LET OP!
Werkzaamheden aan de installatie mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door een bevoegde en vakkundige service.
Bij de installatie van de koudemiddelbuizen moet aan bepaalde
voorwaarden met betrekking tot buislengte en verhoging wor-
den voldaan. Nadat aan alle voorwaarden is voldaan, kan de
aansluiting van de verbindingsbuis van de buiteneenheid naar
de binneneenheid beginnen.
6.7.1 Vereisten voor buislengte
en verhoging
Buismaat (mm)
(buitendiameter
Model
x wanddikte)
Gas
Vloeistof Normaal
9 kW
18 x 1
12 x 1
12 kW
18 x 1
12 x 1
De binneneenheid van de warmtepomp is al gevuld met koude-
middel. De standaard buislengte bedraagt 3,0 m. Tot een
lengte van 7 m hoeft geen extra koudemiddel te worden bijge-
vuld. Als de buislengte meer dan 7 m bedraagt, moet het sys-
teem volgens de tabel worden bijgevuld met extra koudemid-
del.
LET OP!
Bij ondeskundig bijvullen van koudemiddel bestaat gevaar
voor storingen tijdens de werking.
LET OP!
De lengte van de koudemiddelleiding wordt berekend uit de
totale leidinglengte vanaf het desbetreffende aansluitpunt
van de binnen- tot de buiteneenheid.
Bij ondeskundig bijvullen van koudemiddel boven 10 m be-
staat gevaar voor storingen tijdens de werking en een totale
uitval van de warmtepomp.
*Voorbeeld: bij de montage van het 9 kW model op een afstand
van 10 m moet volgens onderstaande berekening 420 g kou-
demiddel worden toegevoegd: (10 - 7) x 140 g = 420g
Binneneenheid
A
Buiteneenheid
B
max. 5 m
www.glendimplex.de
*extra
Lengte A (m)
koudemiddel
(g/m)
Min.
Max.
7
3
10
140
7
3
10
140
Buiteneenheid
A
B
max. 5 m
Binneneenheid
DOK41 HCIAO CxDNL · FD 9912
HINWEIS
AANWIJZING
Wanneer de binneneenheid hoger of lager wordt gemonteerd
dan de buiteneenheid, moet vanaf een hoogteverschil van
meer dan 2,5 m de montage van olieafloop- en oliehefboch-
ten in de zuiggasleiding apart worden gecontroleerd door een
koeltechnisch installateur. De maximale verhoging B tussen
binneneenheid en buiteneenheid bedraagt 5 m
HINWEIS
AANWIJZING
De aangegeven bedrijfsgegevens van het apparaat gelden
voor de standaard buislengte, zie apparaatinformatie.
6.7.2 Buisverbinding
De verbindingspunten van de koudemiddelleidingen moeten
volgens de hardsoldeermethode worden gemaakt. Hierbij moe-
ten alle algemeen geldende montage- en werkstappen in acht
worden genomen.
Tijdens de hardsoldeerwerkzaamheden moet het buissysteem
worden gespoeld met een inert gas (bijv. stikstof). Om te voor-
komen dat aangrenzende onderdelen beschadigd raken moe-
ten deze adequaat worden gekoeld.
6.7.3 Dichtheidscontrole en evacueren
Lucht en vocht in het koelsysteem hebben ongewenste effec-
ten, zoals in het onderstaande is aangegeven.
1)
De druk in het systeem stijgt.
2)
Bedrijfsstroom stijgt.
3)
Vermogen van de koeling (resp. verwarming) daalt.
4)
Vocht in het koelcircuit kan bevriezen en de
Capillaire buizen raken verstopt.
5)
Water kan corrosie van onderdelen in het koelsysteem
veroorzaken.
Daarom moeten de aansluitbuizen worden gecontroleerd op
lekkages en worden leeggepompt om vocht en niet conden-
seerbare gassen uit het systeem te verwijderen.
Stap 1: voorbereiding
Controleer of elke buis (vloeistof- en aanzuigzijde) tussen de
binnen- en buiteneenheid goed is verbonden. Zorg ervoor dat
beide onderhoudsventielen aan de vloeistof- en aanzuigzijde
van de binneneenheid op dat moment zijn gesloten.
Stap 2: dichtheidscontrole
Droge-stikstof-gasfles aansluiten op het onderhoudsven-
tiel (met Schrader).
Het systeem belasten met 40 bar droge stikstof. Het fles-
ventiel sluiten als de testdruk is bereikt. Daarna met vloei-
bare zeep naar lekkages zoeken.
HINWEIS
AANWIJZING
Om te voorkomen dat vloeibare stikstof in het koelsysteem
binnendringt, moet de bovenzijde van de gasfles tijdens het
opbouwen van druk in het systeem hoger gelegen zijn dan de
onderzijde.
Alle buisverbindingen (binnen en buiten) moeten met een
zeepsopje worden gecontroleerd op lekken. Bellen wijzen
op een lek. De zeep moet erna met een schone doek wor-
den weggeveegd.
Wanneer geen lekkages aan het systeem zijn geconsta-
teerd, de stikstof aftappen.
Nederlands
19