6 Exploitatie
NL
64
Technische wijzigingen voorbehouden
6.5.9.9 Draadlengteoptimalisatie
Bij elke draad treedt tussen de aangedreven aanvoerrollen van de draadaan-
voer resp. de draaieenheid en de te verplaatsen draad een bepaalde mate van
slip op. Door de hieruit resulterende volgfout komt de lengte, waarmee een
draad per omwenteling van de aanvoerrol wordt voortbewogen, niet exact
overeen met de omtrek van de rol.
De mate van slip hangt af van een aantal factoren en is bij elke draad anders.
Om toch een correcte draadlengte te kunnen waarborgen worden er factoren
voor het compenseren van de volgfout in de draadparameters (zie para-
graaf 6.5.9.1 "Draadparameters") opgeslagen.
De draadlengteoptimalisatie ondersteunt de berekening van de correctiefacto-
ren.
Opmerking:
Afhankelijk van de productie kunnen er ook bij draden van hetzelf-
de type die uit andere productiecharges afkomstig zijn verschillen-
de correctiefactoren nodig zijn.
Controleer daarom na elke draadhaspelverwisseling of de lengte
der draden correct is en voer indien nodig de draadlengteopti-
malisatie voor de betreffende draad opnieuw uit.
Voorbereiding
Alvorens de draadlengteoptimalisatie voor een nieuwe draad kan worden ge-
start moet de draad worden aangemaakt (zie paragraaf 6.5.9.1
"Draadparameters"). De correctiefactoren bedragen bij aanvang 1,000.
Zorg dat er geen draden in het uitwerpgedeelte van de draaduitvoer aanwe-
zig zijn om verwisseling uit te sluiten.
Stel de te optimaliseren draad in op de machine (zie paragraaf 6.5.9.2
"Configuratie invoer draadmagazijn"), sluit alle beveiligingsdeuren van de ma-
chine en bevestig de werking van het veiligheidscircuit.
Aansluitend kan Draadlengteoptimalisatie in het menu worden opgeroepen.
Stap 1
Selecteer de te optimaliseren draad via de draadselectie.
De functie Koppeloptimalisatie kan door aantippen worden in- of uitgescha-
keld.
Rittal Wire Terminal