2 Veiligheid
NL
14
Technische wijzigingen voorbehouden
– Visuele controle. De noodknop of de behuizing daarvan mag geen mechani-
sche beschadigingen vertonen!
– Een ingedrukte noodknop moet vergrendeld blijven wanneer deze wordt in-
gedrukt resp. moet correct worden ontgrendeld wanneer de knop wordt uit-
getrokken!
– Wanneer de noodknop is ingedrukt
– moeten alle veiligheidscontactors afvallen (let op tweevoudige circuits).
– moeten alle netwerkcontactors afvallen (let op tweevoudige circuits).
– moeten aandrijvingen met STO-functie in de stand STO schakelen (voer
een spanningstest uit om te controleren of het contact heeft geschakeld).
– moet de werking van de feedback-contacten in het veiligheidsrelais en de
PLC alsmede de meldcontacten van de veiligheidsfunctie worden gecon-
troleerd.
– Zodra de noodknop weer is ontgrendeld moet de noodstopbevestiging func-
tioneren.
Veiligheidsdeurschakelaar
Bij elke afzonderlijke veiligheidsdeurschakelaar moeten de volgende punten
worden gecontroleerd.
– Visuele controle. De veiligheidsdeurschakelaar mag geen mechanische be-
schadigingen vertonen!
– Het aandrijfmechanisme van de veiligheidsdeurschakelaar mag geen mecha-
nische beschadigingen vertonen!
– Wanneer een veiligheidsdeurschakelaar is geopend
– moeten alle veiligheidscontactors afvallen (let op tweevoudige circuits).
– moeten alle netwerkcontactors afvallen (let op tweevoudige circuits).
– moeten aandrijvingen met STO-functie in de stand STO schakelen (voer
een spanningstest uit om te controleren of het contact heeft geschakeld).
– moet de werking van de feedback-contacten in het veiligheidsrelais en de
PLC alsmede de meldcontacten van de veiligheidsfunctie worden gecon-
troleerd.
– Zodra de veiligheidsdeurschakelaar weer wordt bediend moet de bevesti-
gingsfunctie in werking treden.
Bevestigingsknop
– Visuele controle. De bevestigingsknop of de behuizing daarvan mag geen
mechanische beschadigingen vertonen!
– De schakelfunctie van de bevestigingsknop moet functioneren.
– Het resetten van de veiligheidsfunctie na een noodstop of na het openen van
een veiligheidsdeurschakelaar mag pas na het bedienen van de bevesti-
gingsknop plaatsvinden.
Complete machine
Een complete controle van de machine moet door bevoegde technici worden
uitgevoerd, wanneer er
– mechanische of elektrische service- of reparatiewerkzaamheden zijn uitge-
voerd.
– veiligheidscomponenten of daarnaast gelegen componenten zijn gedemon-
teerd en/of weer zijn gemonteerd.
– elektrische componenten zijn uitgebouwd en/of weer zijn ingebouwd.
Instructies ten behoeve van de controle
De controle van veiligheidscomponenten, met name bij tweevoudige circuits,
moet tevens de volgende maatregelen omvatten:
Rittal Wire Terminal