3 Opbouw van de machine
NL
20
Technische wijzigingen voorbehouden
3.4
Draadcentrering A0400_00
Het centreren van de voor het coderingsproces benodigde draad vindt plaats
via een spindelaangedreven lineaire geleiding, die de draadgeleiding afhankelijk
van de buitendiameter met behulp van een servomotor positioneert.
3.5
Coderingseenheid A0500_00
Het bedrukken van de draad vindt plaats met behulp van twee printkoppen die
op een slede zijn bevestigd. De slede kan door een eindschakelaarbewaakte
pneumatische cilinder worden verschoven. Door een opvangbak in de draad-
centrering te plaatsen kan het knipafval dat tijdens de bediening ontstaat ge-
makkelijk worden verwijderd. Om de printkoppen te reinigen kunnen deze met
behulp van een drukknop uit de geleidebuis worden verwijderd, zonder dat ze
daarna opnieuw moeten worden gepositioneerd. Door het gebruik van twee
printkoppen is het mogelijk om zonder omschakelen een bedrukking met twee
separate kleuren te realiseren. De printgegevens worden via de software van
de Wire Terminal in de printeenheid ingelezen. Ten behoeve van het printbeeld
wordt de invoersnelheid van de draad via de door een draaisensor bewaakte
draadaanvoer van de bouwgroep invoer ingelezen.
Rittal Wire Terminal