3 Opbouw van de machine
NL
30
Technische wijzigingen voorbehouden
Opmerking:
De elektrische aansluitwaarden moeten overeenkomen met de
technische gegevens van de elektrische schema's resp. het type-
plaatje.
Voor zover niet anders is aangegeven geldt het volgende:
– De machine mag alleen op een TN-S-net worden aangesloten.
– De aansluiting moet plaatsvinden met 3 fasen, een nulader en een aardaan-
sluiting (3 x 400 V/N/PE, AC 50 Hz, voorzekering gG max. 16 A).
– De minimale doorsnede van de aansluitkabel bedraagt 2,5 mm² (koper).
– Tevens moet er een potentiaalvereffening met een minimale doorsnede van
10 mm² (koper) worden gerealiseerd.
3.16.4 Luchtvoorziening
Luchtkwaliteit
Luchtdruk
Luchttemperatuur
Opmerking:
Meer gegevens met betrekking tot de aansluiting van het pneuma-
tische systeem zijn te vinden in de elektrische schema's in het
gedeelte "Pneumatisch systeem".
3.16.5 Netwerk
De netwerkinterfaces bevinden zich aan de linkerzijde van de schakelkast, on-
der de hoofdschakelaar.
Bedrijfsnetwerk
Dient voor de communicatie tussen de Wire Terminal en de PC-werkplekken
(Wire Cockpit) van de klant.
Maakt het netwerk van de klant gebruik van een DHCP-server, dan moet er
een IP-adres voor de machine worden gereserveerd.
Het is doorgaans niet de bedoeling dat de machinecomputer in een domein
wordt geïntegreerd.
Onderhoud op afstand
De machine is uitgerust met een router voor onderhoud op afstand.
Voor deze interface moet het netwerk van de klant aan dezelfde criteria vol-
doen als het bedrijfsnetwerk. Daarnaast moet ook het volgende mogelijk resp.
geregeld zijn:
– Het pingen van een openbaar IP-adres
(ICMP-request / echo reply)
(ping 144.76.4.6, digicluster365.at, 8.8.8.8)
– UDP- en TCP-poort 1194 voor uitgaande verbindingen moet zijn geopend.
ISO 8573-2010 [7:4:4]
min. 5,5 bar, max. 6 bar
10...50 °C
Rittal Wire Terminal