• De beïnvloeding van andere apparaten door de operatiemicro-
scoop Leica M525 F20/CT20 is getest volgens EN 60601-1-2. Het
systeem heeft de emissie- en immuniteitstest doorstaan. Met
betrekking tot de elektromagnetische en andere straling dienen
de gebruikelijke voorzorgs- en veiligheidsmaatregelen in acht te
worden genomen.
• De elektrische huisinstallatie moet voldoen aan de nationale
normen.
Een FI-beveiliging wordt geadviseerd.
• Net als ieder ander apparaat in de OK zou ook dit systeem
kunnen uitvallen. Leica Microsystems (Schweiz) AG, Medical
Division, adviseert daarom, tijdens de operatie een
reservesysteem gereed te houden.
• Alleen de bijgeleverde voedingskabel mag worden gebruikt.
• De voedingskabel moet zijn voorzien van een aardleiding en
moet onbeschadigd zijn.
• De voedingskabel moet goed vastzitten in de
netaansluitingsbus, zodat losschieten niet mogelijk is.
• De operatiemicroscoop van Leica Microsystems mag alleen
worden gebruikt door artsen en medisch assisterend personeel
die beschikken over een dienovereenkomstige vakkwalificatie
en die geïnstrueerd zijn in het gebruik van het apparaat. Een
specifieke scholing is niet noodzakelijk.
• Als er elektrische apparatuur op de hulpaansluiting wordt
aangesloten, ontstaat er een "ME-systeem" waardoor er een
lager veiligheidsniveau ontstaat. De betreffende standaardeisen
voor "ME-systemen" moeten in acht worden genomen.
• Er mag geen enkel onderhoud aan de Leica M525 F20/CT20
worden uitgevoerd als deze met een patiënt wordt gebruikt.
• Er mogen geen lampen worden verwisseld als het apparaat
met een patiënt wordt gebruikt.
• Het apparaat moet niet naast andere apparatuur worden
gebruikt, omdat dit een onjuiste werking tot gevolg kan
hebben. Als dit onvermijdelijk is, moet steeds worden
gecontroleerd of alle apparatuur normaal werkt.
• Door het gebruik van andere toebehoren en kabels dan door de
fabrikant voor deze apparatuur opgegeven of bijgeleverd kan
de elektromagnetische emissie van deze apparatuur toenemen
en de elektromagnetische storingsbestendigheid afnemen
waardoor de apparatuur niet goed werkt.
• De afstand van draagbare HF-telecommunicatieapparatuur
(inclusief randapparatuur als antennekabels en externe
antennes) tot de Leica Leica M525 F20/CT20, inclusief kabels
zoals opgegeven door de klant, moet minimaal 30 cm bedragen.
Anders kan een mindere werking van de apparatuur het gevolg
zijn.
Opmerking:
Op basis van de eigenschappen van deze apparatuur is deze geschikt
voor gebruik in een industriële omgeving en in ziekenhuizen
(CISPR 11 klasse A). Als deze wordt gebruikt in een woonomgeving
(waarvoor doorgaans CISPR 11 klasse B is vereist) geeft deze appara-
tuur wellicht niet genoeg bescherming voor radiocommunicatiedien-
sten. De gebruiker zou dan mitigatiemaatregelen moeten nemen,
zoals het verplaatsen of opnieuw uitrichten van de apparatuur.
3.5
X
X
X
X
X
X
Stabiliteit (alleen vloerstatieven)
Bij het verplaatsen in de operatiekamer moet de zwenkarm
samengevouwen, geblokkeerd en moeten de remmen vastgezet
zijn, anders zou de zwenkarm ongecontroleerd kunnen uitslaan
waardoor het statief kan omvallen.
Gevaar door bewegende delen
In dit hoofdstuk wijzen wij op manipulaties waarbij in geval van
onachtzaamheid gevaar voor letsel bestaat.
• Toebehoren aanbrengen en uitbalanceren altijd vóór de operatie
• Steek nooit een hand niet tussen gasveer en zwenkarm; deze
• Steek geen vingers tussen microscoop en focusaandrijving; deze
Vloerstatief
• Altijd tegen het apparaat drukken om dit te verplaatsen; nooit
• Voetremmen moeten tijdens de operatie geblokkeerd zijn.
Elektrische aansluitingen
Het bedieningsapparaat mag uitsluitend door geautoriseerd
geschoold personeel geopend worden.
Toebehoren
Voor de Leica-operatiemicroscoop Leica M525 F20/CT20 mogen
uitsluitend de volgende toebehoren worden gebruikt:
• Toebehoren van de firma Leica Microsystems, zoals beschreven
• Toebehoren waarvan het veilige gebruik zonder risico door Leica
Leica M525 F20/CT20 / Ref. 10 715 156 / Versie 01
Aanwijzingen voor de gebruiker
Pas de hier beschreven instructies toe.
X
Volg de aanwijzingen van de werkgever met betrekking tot de
X
organisatie en veiligheid van het werk op.
Controleer de lichtintensiteit voor en tijdens de operatie.
X
Verplaats het systeem niet als de remmen niet zijn losgezet.
X
Gebruik het systeem uitsluitend in correcte staat (alle
X
afdekkingen gemonteerd, deuren gesloten).
Zorg dat de ventilatieopeningen vrij zijn. Anders kan het
X
apparaat oververhit raken.
en nooit boven het operatiegebied.
zou bij het bewegen van de zwenkarm bekneld kunnen raken.
zouden bekneld kunnen raken.
trekken. Voeten in lichte schoenen zouden onder de bekisting
kunnen komen.
in deze gebruiksaanwijzing.
bevestigd werd.
Veiligheidsinstructies
5