8
Bediening
Laat de verlichting altijd ten minste 5 minuten lang
branden, omdat het lichtrendement anders snel afneemt.
Zet de hoofdverlichting aan met schakelaar (3).
X
X
Helderheid instellen
De helderheid kan worden verhoogd of verlaagd met de
touchpanelmonitor of een hand-/voetschakelaar of CAN-
handgreep.
Op de touchpanelmonitor:
Druk op de knop "+" of "–" op de balk van de
X
X
helderheidsinstelling (1) voor de verlichting.
of
Druk direct op de balk voor de helderheidsinstelling (1).
X
X
De helderheid van de actieve hoofdverlichting verandert.
• Door de toets "+" of "–" kort aan te klikken wordt de
helderheidswaarde in stappen van 1 veranderd. Blijft
u met uw vinger op de knop drukken, dan wordt de
waarde in stappen van 5 veranderd.
• De startwaarde kan voor elke gebruiker individueel
worden opgeslagen.
• Ook bij uitgeschakelde verlichting is de
helderheidsinstelling zichtbaar. De helderheidsbalk wordt
echter donkerder weergegeven.
Op de hand-/voetschakelaar/CAN-handgreep:
Al naar gelang de toewijzing (zie pagina 35) kan de
hoofdverlichting ook met twee dienovereenkomstig bezette
toetsen op de hand-/voetschakelaar/handgreep lichter of
donkerder worden gezet.
1
2
3
Leica M525 F20/CT20 / Ref. 10 715 156 / Versie 01
BrightCare™
Op de touchpanelmonitor kunt u met knop (2) de BrightCare™-
functie in- of uitschakelen.
BrightCare™ is een veiligheidsfunctie die automatisch de maximale
helderheid afhankelijk van de werkafstand begrenst. Aangezien te
fel licht in combinatie met een korte werkafstand kan leiden tot
verbrandingen bij de patiënt.
Toelichting bij lichthoeveelheid:
De optiek van de Leica-operatiemicroscoop M525 F20/CT20 heeft
een variabele werkafstand tussen 207 en 470 mm. Het systeem is
zodanig ontworpen, dat het zelfs bij een lange werkafstand van
470 mm nog voldoende licht voor een helder beeld levert.
Volgens de formule E
= I
/d
v
v
verandering van de werkafstand van 470 naar 207 mm constant
met 510 % toe. (Ev = lichtintensiteit, Iv = helderheid, d = afstand
van de lichtbron.)
Daarom heeft u voor het werken met een microscoop met kortere
werkafstand minder licht nodig dan met een grotere werkafstand.
Het is zinvol te beginnen met een gedimde lichtbron en dan het
licht feller te laten worden totdat u een optimale uitlichting hebt
bereikt.
Bij levering af fabriek is de veiligheidsfunctie "BrightCare
Plus" voor alle gebruikers geactiveerd.
Toelichting bij warmte-ontwikkeling:
Uit het licht van de gebruikte xenon-lichtbron wordt warmte van
onzichtbaar licht (boven 700 nm) uitgefilterd. Toch ontwikkelt wit
licht altijd ook warmte. Een te grote hoeveelheid wit licht kan
leiden tot oververhitting van weefsel en metalen objecten.
Het is daarom zinvol te beginnen met een gedimde lichtbron en
dan het licht feller te laten worden totdat u een optimale uitlichting
hebt bereikt.
2
neemt de lichthoeveelheid bij een
Bediening
27