Aanwijzingen voor het instellen
Gebruiksmogelijkheden voor de neurochirurgie met verschillende
werkstanden voor de chirurg (afmetingen in mm):
Optie 1:
Optie 2:
Er wordt van uitgegaan dat de microscoop in alle praktijksituaties
een hoek van 90° maakt tussen horizontale arm en
zwenkarm, zoals hierboven afgebeeld.
De hiervoor beschreven instelling wordt als vanzelfsprekend
beschouwd, omdat hierdoor de chirurg de optiekhouder optimaal
in alle richtingen kan bewegen en verplaatsen zonder uitoefening
van kracht op het statief van de microscoop.
Bovenaanzicht van instelling in een hoek van 90° tussen horizontale
arm en zwenkarm:
580
830
920
420
Leica M525 F20/CT20 / Ref. 10 715 156 / Versie 01
In onderstaande afbeelding is het plaatje afgebeeld dat op de
microscoop wordt aangebracht om de chirurg te helpen bij het
instellen van het apparaat:
De schaal (1) geeft aanbevolen en ontoelaatbare standen aan.
2 Aanbevolen stand (groen)
3 Ontoelaatbare stand (rood)
Voorbereiding vóór de operatie
1
2
3
2
23