7. Informatie en verklaring van symbolen
Transport- en
opslagomstan-
digheden
66
Tijdens het transport of de opslag
mag de temperatuur niet buiten de
grenswaarden van -20° tot +60°
Celsius (-4° tot +140° Fahrenheit)
liggen met een relatieve luchtvoch-
tigheid van 90% voor een langere
periode. De geschikte luchtdruk ligt
tussen 500 hPa en 1100 hPa.