NL
3.6 Verbinding van de omgevingsthermostaat
De hydraulische FUSION COMBI-module is voorzien van twee verbindingen op de klemmenstrook,
geschikt voor de installatie van maximum 2 omgevingsklokthermostaten of omgevingsthermostaten
(zie "Elektrisch Schema"), wat toelaat maximum 2 watercirculatiepompen te besturen om de
verwarmings- (BC) of koelfunctie (BF) van de verwarmings-/koelinstallatie aan of uit te schakelen,
door deze uit te schakelen wanneer de gewenste temperatuur in de woning is bereikt, en ze aan te
schakelen wanneer deze terug is gedaald. D.m.v. ingang 5-6 wordt de Koelpomp BF aan- en
uitgeschakeld in Koelmodus, en d.m.v. ingang 3-4 wordt de Verwarmingspomp BC aan- en
uitgeschakeld.
De klemmen 7, 8 en 9 worden standaard geleverd met een brug op elke klem, waardoor, ongeacht de
instelling van de te installeren thermostaten, het noodzakelijk is de twee bruggen te verwijderen
voordat de omgevingsthermostaat of -thermostaten worden verbonden.
Afhankelijk van het gebruikte type thermostaat, of de combinatie hiervan, kunnen er tot 3 soorten
instellingen worden ingevoerd voor de verschillende omgevingsthermostaten. In de volgende delen
volgt een gedetailleerde beschrijving van de werking en de installatie van elk van deze instellingen.
Ook kunnen, d.m.v. de klemmen 12, 13 en 14 van de klemmenstrook, de signalen van de
thermostaten worden verbonden met de buitenhuis DUAL CLIMA R-eenheid. Op deze manier worden
de bedieningswijzen van de warmtepomp op afstand en automatisch bestuurd, vanaf de plek waar de
omgevingsthermostaat of -thermostaten zijn geïnstalleerd. D.m.v. de klemmen 12-13 wordt de
Koelmodus in- en uitgeschakeld, en d.m.v. de ingang 12-14 wordt de Verwarmingsmodus aan- en
uitgeschakeld.
3.6.1 Verbinding van een 3-draads Warm/Koud-thermostaat
Dit type thermostaat biedt de gebruiker, naast het instellen van de gewenste temperatuur en de
werkingstijden, in geval van een klokthermostaat, de mogelijkheid de werkingsmodus te kiezen op de
thermostaat zelf (Verwarmen
Hiervoor beschikt dit type thermostaat over 3 communicatiedraden; één voor het aanschakelsignaal
van de Verwarmingsmodus, één voor het aanschakelsignaal van de Koelmodus, en één voor het
gemeenschappelijke signaal. Afhankelijk van de status van elk signaal, zal de FUSION COMBI-module
alle circulatiepompen aansturen (BC of BF), in overeenstemming met de Verwarmings- of Koelmodus,
op de volgende wijze:
18
/Koelen
).
FUSION COMBI W 50/FUSION COMBI F 80