Inhoudsopgave
Advertenties
Beschrijving
4.6.1
Productinvoer
Nadat de drager met behulp van sensor B2
voor lage snelheid en B1 voor stoppen is
geplaatst, wordt het product op de
transportband geplaatst en door sensor S1
bewaakt. De sensor bevindt zich aan het
einde van de aanvoerband. Het product (A)
wacht bij sensor S1 tot de drager de juiste
positie heeft bereik. De drager kan
bewegen nadat een product in de machine
is ingevoerd en beide sensoren (B5 en B6)
niet actief zijn. Met andere woorden: het
product bevindt zich volledig op de drager.
Als sensor B6 actief wordt voordat B5
inactief wordt, is het product te groot of
worden twee producten tegelijk geplaatst.
Stop in dit geval de machine.
4.6.2
Productuitvoer
Sensoren B3 en B4 worden in de machine
gemonteerd. Sensor B4 vertraagt de
verticale beweging. Sensor B3 stopt de
verticale beweging. Als de beweging is
gestopt en sensor S2 vrij is, kan het
transport van het product worden gestart.
Als sensor S2 actief is en sensor B6 is vrij,
stopt het transport. De drager keert weer
naar de invoerpositie terug.
24
B2
X
B1
B5
A
S1
B3
B4
UM-Prorunner_mk1-4.1-NL
B6
B6
S2
Advertenties
Inhoudsopgave
