Beschrijving
/i
B1
B2
B3
B4
S7
S8
Op ieder niveau worden twee sensoren geïnstalleerd, standaard B1 en B2 op het onderste
niveau en B3 en B4 op het bovenste niveau. Als de drager in beweging is en een van de
sensoren wordt geactiveerd, moet de snelheid van de drager teruggebracht worden naar
lage snelheid. Zodra de tweede sensor wordt geactiveerd, moet de drager stoppen.
18
Stoppositie onder
Lagesnelheidspositie onder
Stoppositie boven
Lagesnelheidspositie boven
Begrenzerschakelaar onder (optioneel)
Begrenzerschakelaar boven (optioneel)
B3
B4
B2
B1
S8
S7
UM-Prorunner_mk1-4.1-NL