Beschrijving
4.3.2
Detectie voor slappe band (optioneel)
Als optie kan een detectie voor slappe band
met sensor (B8) worden gemonteerd. Als
de schakelaar niet wordt geactiveerd, moet
de machine stoppen. De onderstaande
afbeelding laat zien hoe de detectie voor
slappe band moet worden gemonteerd.
4.3.3
Aansluitunit
De sensoren in de kolom worden via de
kolom op de aansluitunit (A+01-U0)
aangesloten.
Als de machine is geconfigureerd om op
meer dan twee niveaus te stoppen, wordt
een extra aansluitunit geïnstalleerd (B+05-
U0).
4.3.4
Extra stopposities (optioneel)
Als de machine is geconfigureerd om op meer dan twee niveaus te stoppen, worden twee
sensoren per extra niveau in de kolom geïnstalleerd. Afhankelijk van de bewegingsrichting
van de drager schakelt de functie van de sensoren schakelt tussen stoppen en lage
snelheid.
20
B8
A
UM-Prorunner_mk1-4.1-NL