4.2
Werkingsprincipe
4.2.1
Producttransport
A
Vlakke band
B
Drager
De vlakke band (A) wordt omhoog en
omlaag gewikkeld en beweegt de drager
(B) met de hierop gemonteerde
transportband verticaal.
Omdat de invoer onregelmatig is, kan in
sommige gevallen bufferen van product bij
de invoer nodig zijn. Stel als dit niet
mogelijk is en stopzetting van de invoer
ongewenst is de snelheid van de machine
met behulp van een frequentieregelaar
gelijk aan de snelheid van de invoer.
De drager horizontaal houden
A
Vlakke band
B
Geleidewiel
C
Wiel
D
Kabelrupsschakel
De drager is op een vlakke band (A)
gemonteerd en beweegt verticaal door de
vlakke band omhoog en omlaag te
wikkelen. De vlakke band wordt met een
klemconstructie gemonteerd. De
geleidewielen (B) houden de drager
horizontaal terwijl de wielen (C) de
belasting van het product dragen. De
kabelrupsschakel (D) geleidt de kabels van
en naar de drager.
4.3
Sensoren
De volgende sensoren moeten op de machine worden geïnstalleerd:
UM-Prorunner_mk1-4.1-NL
Beschrijving
A
B
A
B
C
D
17