4.2. Probleemoplossing
Als een van de volgende storingen optreedt, de hieronder beschreven maatregelen nemen en contact opnemen met uw dealer.
WAARSCHUWING
Stop de werking en schakel de stroom uit als er iets ongewoons gebeurt (brandgeur enz.).
Als u het apparaat onder dergelijke omstandigheden in werking laat, kan dit leiden tot breuk, elektrische schokken of brand. Neem
contact op uw dealer.
Het systeem moet worden gerepareerd door een gekwalificeerde onderhoudsmonteur:
Storing
Als een veiligheidsvoorziening zoals een zekering, stroomonderbreker of een
aardlekschakelaar regelmatig wordt geactiveerd of de AAN/UIT-schakelaar niet
goed werkt.
Als water uit het apparaat lekt.
De bedieningsschakelaar werkt niet goed.
Als het bedrijfslampje knippert en een storingscode op het display van de
gebruikersinterface verschijnt.
Als het systeem niet naar behoren werkt en er geen sprake is van een van de bovengenoemde gevallen, en geen van de bovengenoemde storingen
kan worden waargenomen, het systeem dan onderzoeken door de volgende procedure te volgen.
Storing
Het display van de afstandsbediening is uit.
Er wordt een foutcode weergegeven op de afstandsbediening.
EWYT~CZ / EWAT~CZ
Meting
De hoofdstroomschakelaar uitzetten.
De werking stoppen.
Het apparaat uitzetten.
Informeer uw installateur en meldt de storingscode.
Meting
• Controleer of er geen stroomstoring is. Wacht tot de stroom is hersteld. Als er
tijdens het gebruik een stroomstoring optreedt, start het systeem onmiddellijk
nadat de stroom is hersteld automatisch opnieuw op.
• Controleer of er geen zekering is doorgebrand of de stroomonderbreker is
geactiveerd. Vervang de zekering of reset de stroomonderbreker.
• Controleer of de stroomvoorziening het juiste kWh-vermogen heeft.
• Raadpleeg uw lokale dealer. Zie "4.1 Alarmlijst: Overzicht" voor een
gedetailleerde lijst met foutcodes.
D-EOMHP01405-21_03NL
33