Het pad in de web HMI-interface voor Master/Slave configuratie is "Main Menu à Commission Unit à Configuration à Master/Slave".
Raadpleeg de specifieke documentatie voor meer informatie over dit onderwerp.
3.17. Boost apparaat
De boost van het apparaat is de mogelijkheid om de maximale compressorfrequentie te verhogen om een hogere capaciteit te verkrijgen. Een
eenheid met ingeschakelde boost wordt de MAX UITVOERING genoemd; in dit type apparaat wijzigt de UC automatisch het werkbereik van de
compressor, afhankelijk van de afmetingen van het apparaat.
De boostmodus van de eenheid kan worden geselecteerd via parameter [15.00].
Pagina
Parameter
[15]
00
Klantconfiguratie
(Unit Boost)
Het pad in de web HMI-interface voor Boost apparaat is "Main Menu à Commission Unit à Options à Unit Boost".
3.18. Boost ventilator
De maximale snelheid van de ventilatoren is gewoonlijk ingesteld op de nominale waarde. Wanneer Boost Ventilator is ingeschakeld, wordt de
maximumsnelheid van alle ventilatoren verhoogd. De manier waarop de boost met modulatie op de reeks ventilatoren kan worden toegepast zijn:
Boost ventilator – Vast
■
De bovengrens van het modulatiebereik van de ventilatoren wordt verhoogd, onafhankelijk van de bedrijfsstatus van het apparaat. Deze
boostmodus voor de ventilatoren is beschikbaar voor zowel de koelmodus als de warmtepompmodus.
Boost ventilator – Automatisch
■
De maximale snelheid van de ventilator wordt alleen onder bepaalde omstandigheden verhoogd, om de condensatiedruk in kritieke
bedrijfsomstandigheden te verlagen. Dit is de reden dat de automatische modus van de optie Boost ventilator alleen beschikbaar is in de
koelmodus.
De boostmodus voor de ventilator kan worden geselecteerd via parameter [15.01].
Pagina
Parameter
[15]
01
Klantconfiguratie
(Fan Boost)
Het pad in de web HMI-interface voor Boost ventilator is "Main Menu à Commission Unit à Options à Fan Boost".
3.19. IO Ext module
Voor opties zoals Vraagbegrenzing, VPF, LWT Reset, Dubbel setpoint en Stille modus moet een IO-uitbreidingsmodule in het apparaat worden
geïntegreerd. Om de UC in staat te stellen correct met deze andere module te communiceren en een communicatiestoring te herkennen, moet
parameter [15.02[ worden ingesteld zoals hierboven getoond.
Pagina
Parameter
[15]
02
Klantconfiguratie
(IO Ext Module)
Het pad in de web HMI-interface voor IO Ext Module is "Main Menu à Commission Unit à Options à IO Ext Module".
3.20. Constante verwarmingscapaciteit
Deze functie heeft als doel de door de machine geleverde warmtecapaciteit onveranderd te houden als de omgevingstemperatuur daalt. Dit doel
wordt bereikt door het verhogen van de maximale snelheid van de compressor, die door de UC automatisch wordt geregeld op basis van de
omgevingstemperatuur, wat een onmiddellijke verhoging van de thermische capaciteit waarborgt.
De functie voor Constante verwarming kan worden geactiveerd via parameter [15.06] van HMI.
Pagina
Parameter
[15]
06
Klantconfiguratie
(Costant Heating)
Het pad in de web HMI-interface voor Constante verwarmingscapaciteit is "Main Menu à Commission Unit à Options à Costant
Heating".
EWYT~CZ / EWAT~CZ
Bereik
Beschrijving
0-1
Uit = Apparaat niet versterkt
(Uit-Aan)
Aan = Apparaat versterkt
Bereik
Beschrijving
0-2
0 = Ventilator niet versterkt
1 = Ventilator versterkt - Vast
2 = Ventilator verstrekt - Automatische modus
Bereik
Beschrijving
0-1
Uit = Uitbreidingsmodule uitgeschakeld
(Uit-Aan)
Aan = Uitbreidingsmodule ingeschakeld
Bereik
Beschrijving
0-1
Uit = constante verwarmingscapaciteit uitgeschakeld
(Uit-Aan)
1 = constante verwarmingscapaciteit ingeschakeld
R/W
Psw
W
1
R/W
Psw
W
1
R/W
Psw
W
1
R/W
Psw
W
1
D-EOMHP01405-21_03NL
23