3.6.1.2. Koeling-verwarmingsmodus via softwareparameter
Wanneer Softwareparameter wordt geselecteerd als regelmethode voor de koelen/verwarmen-schakelaar, en parameter 2.00 wordt ingesteld op
2 of 3, wordt de apparaatmodus ingesteld volgens de volgende tabel.
Menu
Parameter
02
02
(UCoolHeatSw)
Het pad in de Web HMI-interface voor de configuratie van UCoolHeatSw is "Main Menu à Unit Mode à UCoolHeatSw".
3.7. Pomp en variabel debiet
De UC kan één waterpomp beheren die is aangesloten op de water platenwarmtewisselaar. Het type pompregeling wordt geconfigureerd op
pagina [15] en kan op drie verschillende manieren werken:
1. Vaste snelheid
2. Variabel primair debiet (VPF)
3. DeltaT
Menu
Parameter
15
03
(Klantconfiguratie)
(Pump Ctrl Type)
Het pad in de Web HMI interface voor type pompregeling is "Main Menu à Commission Unit à Configuration à Options à Pump
Type".
3.7.1. Vaste snelheid
De eerste regelmodus, Vaste snelheid, maakt automatische variatie van de pompsnelheid mogelijk, met drie verschillende snelheden:
Instellingen:
1. Snelheid 1
2. Snelheid 2
3. Stand-bysnelheid
De regeleenheid van het systeem schakelt de pompfrequentie in op basis van:
1. Werkelijke capaciteit systeem
2. Status van digitale invoer Dubbele snelheid
Als er geen actieve compressoren zijn (Capaciteit apparaat = 0%), wordt de pomptoerental ingesteld op Stand-bysnelheid, anders wordt Snelheid
1 of Snelheid 2 geselecteerd op basis van de invoerstatus Dubbele snelheid.
3.7.2. Variabel primair debiet (VPF)
De tweede regelmodus is de VPF-modus, waarbij de pompsnelheid wordt geregeld met het doel om een minimale drukval op een afgelegen
locatie van de installatie te behouden op een setpointwaarde die bepaald wordt om de vereiste gekoelde stroom via klemmen of spoelen te
waarborgen. Wanneer het systeem is uitgeschakeld, leest de regeleenheid de Drukval belasting op een verder weg gelegen klem af, en geeft een
0-10 V-signaal als aanwijzing voor variabele snelheidsaandrijving.
Het regelsignaal wordt gegenereerd door een PI-algoritme en is altijd beperkt tot een minimum- en maximumwaarde die standaard is ingesteld op
0%. De 2 weg-omleidingsklep is geïnstalleerd op een leiding in de buurt van de pompen om een minimale waterstroming van de verdamper te
waarborgen.
De VPF-regelmodus wordt geregeld door de volgende instellingen:
• LoadPD Setpoint
• EvapPD Setpoint
• LoadPD
• EvapPD
• Parameter Ti
D-EOMHP01405-21_03NL
14
Beschrijving
Off = Koelmodus
On = Verwarmingsmodus
Beschrijving
0 = Aan-Uit
1 = Vaste snelheid
2 = VPF
3 = DeltaT
R/W
Psw
W
1
EWYT~CZ / EWAT~CZ