5 /
Bedrijf
Afb. 4
Overzicht van het ultrasoonbad
1 triltank
2 Vulpeilmarkering
3 Bediening (afhankelijk van het model; bedieningspaneel ST 15.1 of bedieningspaneel ST 30 DT)
4 Ultrasoongenerator
5 Afvoer (optioneel; hier Viega-kraan)
Voorwaarden
• Bij ultrasoonbaden met afvoer moet deze zijn gesloten.
• Ultrasoon moet zijn uitgeschakeld.
Procedure bij directe sonificatie
1. Vul de triltank voor
2. Doseer het preparaat voor de sonificatievloeistof in de triltank. Zie hoofdstuk
9 Doseertabel.
3. Vul tot aan de vulpeilmarkering bij met water, vermijd daarbij schuimvorming.
Procedure bij indirecte sonificatie
1. Vul de triltank voor
2. Doseer het preparaat voor de sonificatievloeistof in de triltank. Zie ook de
informatie over de inhangbak.
3. Vul met water bij, zie ook de informatie over de inhangbak. Let op de verdrin-
ging door de inhangbak. En vermijd daarbij schuimvorming.
4. De inhangbak moet met zo veel sonificatievloeistof worden gevuld, totdat
deze niet meer drijft. Bovendien moet de inhangbak ten minste zo ver worden
gevuld dat de sonificatieproducten met sonificatievloeistof zijn bedekt.
Resultaat
» Het ultrasoonbad is gereed om te worden ingeschakeld.
16/34
1
⁄
met water.
3
1
⁄
met water.
4
6486-001 NL/2021-04