Waarschuwing
Nadat de gebruiker de kleuringsintensiteit heeft ingesteld, moeten de kleuringsresultaten worden
gecontroleerd met een testglaasje met een representatief stukje weefsel voordat de instellingen worden
gebruikt voor patiëntmonsters voor de klinische diagnostiek.
Selecteer het Leica-programma in de programmalijst en druk op
dialoogvenster geopend waarin de instellingen kunnen worden aangepast.
• De kleuringsintensiteit kan worden ingesteld door het verdraaien van de rollen (→ "Afb. 44-2"). Lagere
numerieke waarden geven een lichtere kleuringsintensiteit; hogere numerieke waarden geven een
donkere kleuringsintensiteit.
• Er moet een hendelkleur aan het programma worden toegewezen
rekhendelkleur aan een kleuringsprogramma
• Druk op
Opslaan
• Druk op
Annuleren
5.9.4 Gebruikersspecifieke kleuringsprogramma's
Waarschuwing
• Programma's die door de gebruiker zijn gedefinieerd kunnen niet door Leica worden gecontroleerd of
gegarandeerd.
• De gebruiker moet deze kleuringsprogramma's in het laboratorium testen met de gebruikte
reagentia en aangepaste temperaturen. Hiervoor moet het kleuringsresultaat eerst met een proefrun
(teststappen) worden gecontroleerd, voordat het programma voor patiëntmonsters voor de klinische
diagnostiek wordt gebruikt.
Let op
Een nieuw programma kan worden aangemaakt met de knoppen
(→ "Afb. 45-2"). Voor het aanmaken, kopiëren of bewerken van een programma moet de supervisor-
modus worden gebruikt. Met de status
weergegeven.
HistoCore SPECTRA ST
om de instellingen op te slaan en het dialoogvenster te sluiten.
om het dialoogvenster te sluiten zonder de wijzigingen over te nemen.
Gebruiker
Bew.
(→ "Afb. 41-6"). Er wordt een
(→ Blz. 65 – 5.9.1 Wijs een
toe).
Nieuw
kunnen alleen programmastappen worden
Bediening
(→ "Afb. 45-1")
of
Kop.
5
69