BELANGRIJK: Houd huisdieren, voeten en
andere voorwerpen uit de buurt van de loop-
band als u het hellingsysteem kalibreert. Trek
de sleutel uit het bedieningspaneel om de
kalibratie van de helling te stoppen in een
noodgeval.
5. Bekijk de informatie van het apparaat.
Druk lichtjes op de toets Machine Info (informatie
van het apparaat) om informatie te zien over de
loopband. Raak, na het bekijken van de informatie,
de terugtoets op het scherm aan.
6. Vind sleutelcodes.
De toets Keycodes (sleutelcodes) is bedoeld om
door onderhoudsmonteurs gebruikt te worden om
te bepalen of een bepaalde toets juist werkt.
7. Zet het bedieningspaneel terug naar de
fabrieksinstellingen.
Om het bedieningspaneel terug te zetten naar
de fabrieksinstellingen drukt op op het scherm
op de toets Factory Reset (terugzetten naar
fabrieksinstellingen).
8. Verlaat de onderhoudsinstelling.
Druk op de terugtoets op het scherm om de
onderhoudsmodus te verlaten.
DE AMUSEMENTSMODUS GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel kent een amusementsmodus
waarmee u het bedieningspaneel kunt aansluiten op
de optionele digitale TV. Indien u de digitale TV koopt,
raadpleeg dan de bij de digitale TV meegeleverde
handleiding om te weten te komen hoe u de amuse
mentsmodus kunt gebruiken om uw eigen digitale TV
in te stellen.
DE DRAADLOZE NETWERKMODUS GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel kent een draadloze netwerkmo
dus waarmee u een draadloze netwerkverbinding kunt
instellen.
1. Selecteer het hoofdmenu van de instellingen.
Zie stap 1 op bladzijde 26.
2. Kies de draadloze netwerkmodus.
Raak, in het hoofdmenu van de instellingen, de
toets Wireless Network (draadloos netwerk) aan
om naar de draadloze netwerkmodus te gaan.
3. Wi-Fi inschakelen.
Zorg dat het vakje Wi-Fi is aangevinkt met een
groen vinkje. Druk lichtjes één keer op de Wi-Fi
menuoptie als dat niet het geval is, en wacht een
paar seconden. Het bedieningspaneel zal naar
beschikbare draadloze netwerken zoeken.
4. Een draadloze netwerkverbinding instellen en
beheren.
Als Wi-Fi is ingeschakeld vertoont het scherm
een lijst met beschikbare netwerken. Let op: Het
kan een paar seconden duren voordat de lijst met
draadloze netwerken verschijnt.
Zorg ervoor dat het keuzevakje op de Netwerkno
tificatiemenuoptie een groen vinkje heeft om het
bedieningspaneel te melden als een draadloos
netwerk binnen bereik is en beschikbaar is.
Let op: U heeft ook uw eigen draadloos network
nodig, inclusief een 802.11b/g/n router met geac
tiveerde SSID broadcast (verborgen netwerken
worden niet ondersteund).
Als een lijst met netwerken verschijnt, drukt u
lichtjes op het gewenste netwerk. Let op: U zult
uw netwerknaam moeten weten (SSID). Als uw
netwerk een wachtwoord heeft, zult u ook het
wachtwoord moeten weten.
Een informatievakje vraagt u of u verbinding wilt
maken met het draadloze netwerk. Raak de toets
Connect (verbinden) aan om verbinding met het
netwerk te maken of raak de toets Cancel (annu
leren) aan om naar de lijst met netwerken terug
te gaan. Raak het vakje voor het wachtwoord aan
als het netwerk een wachtwoord heeft. Een toet
senbord zal op het scherm verschijnen. Raak het
keuzevakje Show Password (wachtwoord aange
ven) aan om tijdens het typen het wachtwoord te
bekijken.
Zie HET TIPTOETSSCHERM GEBRUIKEN op
bladzijde 19 om het toetsenbord te gebruiken.
Als het bedieningspaneel verbinding heeft
gemaakt met uw draadloze netwerk, vertoont de
WiFi-menuoptie bovenaan het scherm het woord
CONNECTED (verbonden). Druk vervolgens op de
terugtoets op het scherm om terug te keren naar
de draadloze netwerkmodus.
29