Ga op de voetleuningen staan en houd de
contactpunten met uw handpalmen ongeveer tien
seconden lang vast om uw hartslag te meten –
beweeg uw handen niet. Uw hartslag zal worden
weergegeven wanneer uw pols gemeten kan
worden. Houd de contactpunten ongeveer 15
seconden lang vast voor de meest nauwkeurige
hartslagwaarde.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator kent meerdere snelheidsinstellingen
en een automatische instelling. Als de stand auto
matisch is geselecteerd, zal de snelheid van de
ventilator automatisch verhogen en verlagen als de
snelheid van de loopband verhoogt en verlaagt.
Druk herhaaldelijk op de kleine
ventilatortoets om een ventila
torsnelheid te kiezen of om de
ventilator uit te zetten. Druk op
de grote ventilatortoets om een
ventilatorsnelheid of om de auto
matische instelling te kiezen.
8. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Stap op het loopvlak en raak de thuistoets of de
terugtoets op het scherm aan of druk op de toets
Stop op het bedieningspaneel. Er zal een samen
vatting van de oefening op het scherm verschijnen.
Druk op de toets Finish (beëindigen) om terug te
keren naar het hoofdscherm als u het oefening
overzicht hebt bekeken. U kunt ook uw resultaten
of bewaren of publiceren met een van de opties
op het scherm. Haal vervolgens de sleutel uit het
bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige
plek.
Wanneer u klaar bent met de loopband te gebrui
ken, zet u de stroomschakelaar in de stand Off
(uit) en neemt u het snoer uit het stopcontact.
BELANGRIJK: Als u dit niet doet, kunnen de
elektrische onderdelen van de loopband voortij-
dig slijten.
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op bladzijde
19.
2. Kies een vooraf ingestelde oefening.
Voor het selecteren van een vooraf ingestelde
oefening drukt u op de toets met het hardlopertje
op het scherm.
Kies dan de gewenste oefening. Het scherm zal
de naam, de duur en de afstand van de oefening
weergeven. Het scherm zal ook het geschatte
aantal calorieën dat u tijdens de oefening zult ver
branden en een profiel van de hellinginstellingen
van de oefening weergeven.
3. Start de oefening.
Druk lichtjes op de toets Start Workout (oefening
starten) om de oefening te laten beginnen. Kort
nadat u op de toets heeft gedrukt, begint de loop
band te bewegen. Houd de handleuningen vast en
begin te lopen.
Elke oefening is in verschillende segmenten ver
deeld. Er is één snelheidsinstelling en één helling
instelling voor elk segment geprogrammeerd. Let
op: Dezelfde snelheids en/of hellinginstelling kan/
kunnen voor opeenvolgende segmenten gepro
grammeerd worden.
Het profiel zal tijdens de oefening uw vordering
tonen. Tik op of schuif over het scherm om uw pro
fiel te bekijken. De verticaal gekleurde lijn zal het
huidige segment van de oefening aangeven. Het
onderste profiel geeft de hellinginstelling van het
huidige segment weer. Het bovenste profiel geeft
de snelheidsinstelling van het huidige segment
weer.
ETNT22115
Aan het einde van het eerste segment van de oefe
ning, zal de loopband zich automatisch aanpassen
aan de snelheids en/of hellinginstellingen voor het
volgende segment.
22