De loopband zal met een snelheid van 2 km/u
beginnen te draaien. U kunt tijdens het oefenen
de snelheid van de band naar wens veranderen
door op de toenametoets en de afnametoets
Speed (snelheid) te drukken. Steeds als u een
van de toetsen indrukt zal de snelheidsinstelling
met 0,1 km/u aanpassen; als u een toets ingedrukt
houdt verandert de snelheid met stapjes van 0,5
km/u.
Indien u drukt op de toets Quick Speed (directe
snelheid), zal de snelheid van de loopband gelei
delijk aangepast worden tot het de gewenste
snelheidsinstelling bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de toets Stop.
Druk op de toets Start om de band opnieuw te
starten.
4. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Druk om de helling van de loopband te veranderen,
op de toenametoets en de afnametoets Incline
(helling) of een van de toetsen Quick Incline (snelle
helling). Elke keer als u op een van de toetsen
drukt zal de helling geleidelijk veranderen tot het de
geselecteerde hellinginstelling bereikt.
Let op: De eerste keer dat u de helling aanpast,
moet u eerst het hellingsysteem ijken (zie stap 4 op
bladzijde 28).
5. Controleer uw voortgang op de displays.
Het bedie
ningspaneel
biedt ver
schillende
displayopties.
De geko
zen display
instelling zal
bepalen welke
informatie weergegeven wordt. Tik op of schuif
eenvoudigweg over het scherm om de gewenste
display instelling te kiezen. U kunt ook aanvullende
informatie bekijken door de rode vakjes op het
scherm aan te raken.
Het scherm kan de volgende oefeninginformatie
weergeven als u op de loopband loopt of rent:
• De hellingstand van de loopband
• De verstreken tijd
• De resterende tijd (de handmatige instelling heeft
geen aftelling van de resterende tijd)
• Het geschatte aantal calorieën dat u verbrand
heeft
• Het geschatte aantal calorieën dat u per uur
verbrandt
• De afstand die u gelopen of gerend heeft
• Het aantal verticale meters (VM) dat u heeft
geklommen
• De snelheid van de band
• Een route van 400 m (1/4 mijl)
• Uw tempo
• Uw huidige rondenummer
• Uw hartslag (zie stap 6)
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Let op: Het bedieningspaneel zal uw hart-
slag niet nauwkeurig aangeven wanneer u
de handgreep met hartslagmonitor gebruikt
en tegelijkertijd de borstkas hartslagmonitor
draagt. Zie bladzijde 15 voor meer informatie over
de borstkas hartslagmonitor. Let op: Het bedie
ningspaneel is compatibel met BLUETOOTH
Smart hartslagmonitoren.
Verwijder de
plastic velle
tjes van de
metalen contact
punten voordat
u de handgreep
met hartslag
monitor gaat
gebruiken. Zorg
er ook voor
dat uw handen
schoon zijn.
21
®
Contactpunten