Installeren, instellen en configureren
Printer instellen voor faxen
De faxfunctie instellen
Opmerkingen:
•
Sommige verbindingsmethoden zijn alleen van toepassing in bepaalde landen of regio's.
•
Als de faxfunctie is ingeschakeld, maar niet volledig is ingesteld, dan kan het indicatielampje rood
knipperen.
•
Als u geen TCP/IP-omgeving hebt, dient u het bedieningspaneel te gebruiken om uw faxinstellingen op
te geven.
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Raak de kabels of de printer in het aangegeven gebied niet aan
als er een fax wordt verzonden of ontvangen om gegevensverlies of een printerstoring te voorkomen.
Het bedieningspaneel gebruiken
1
Tik in het startscherm op:
Instellingen > Apparaat > Voorkeuren > Eerste installatie uitvoeren
2
Schakel de printer uit en schakel de printer vervolgens na ongeveer 10 seconden weer in.
3
Configureer de instellingen in het scherm Faxinstellingen.
4
Voltooi de set-up.
Embedded Web Server gebruiken
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
•
Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm. Het IP-adres bestaat uit vier sets met
cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
20