Benaming onderdelen en display gegevens
Informatie op het display
Voor alle duidelijkheid ziet u hieronder een overzicht van alle aanduidingen die via het
LCD kunnen worden weergeven. Uiteraard ziet u deze nooit allemaal tegelijk
Instelpunten
1
3
2
1. Analoge schaal / Instelpunten
De instelpunten markeren FNo (f-stops) waarden
De instelpunten op deze analoge schaal verschijnen als indicatie van de geme-
ten waarden (f-stops). Maakt u gebruik van de geheugen- of een andere functie
dan kunnen maximaal vier instelpunten gelijktijdig te zien zijn. Deze geven resp.
de twee uitlezingen in het geheugen (twee instelpunten), het gemiddelde van de
twee waarden en de laatste gemeten waarde aan.
Middels het kleine cijfer rechts van de twee grote (f-stop) cijfers op de digitale
schaal wordt de meetwaarde tot op 1/10 stop nauwkeurig aangegeven. De
waarden aangegeven op de analoge schaal zijn afgerond tot op 1/2 stop nauw-
keurig (0.2 stop wordt afgerond op 0; 0.3 en 0.7 stop worden afgerond op 0.5 en
0.8 wordt afgerond op 1, m.a.w. op de volgende hele stop.
Verschijnt als een meting onder het bereik van de display informatie valt.
Verschijnt als een meting boven het bereik van de display informatie valt.
4
4
2. Aanduiding sluitertijd / beeldsnelheid
Geeft de gekozen sluitertijd of de film-opname snelheid aan. Voor de instelling maakt u
gebruik van de wipschakelaar.
Als de sluitertijd ligt tussen 0,6 en 50 s, wordt dat met een 's' aangegeven; bij tijden tus-
sen 1 en 30 minuten wordt een 'm' in de display getoond.
Instelbereik: Sluitertijd: van 30 min. tot 1/8000 s (1, 1/2, 1/3 stop)
Beeldsnelheid: 8 tot 128 b/s
3. Aanduiding filmgevoeligheid
Geeft de filmgevoeligheid aan, die ingesteld kan worden via de ISO toets in combinatie
met de wipschakelaar. Alt wordt zichtbaar indien de meter op de
ingesteld.
Instelbereik: ISO 3 - 8000
4. Indicatie voor het overschrijden van de boven- en ondergrens
of
licht op ten teken dat de meting of de uitlezing buiten het meetbereik van de
meter of buiten het bereik van de display valt.
5. Digitale uitlezing
5
Geeft het diafragma aan (als de uitlezing is ingesteld op FNo) of de lichtwaarde (indien
de instelling Ev wordt gebruikt), in op- en aflopende stappen van 0,1 stop.
Bij flitslicht meting verschijnt slechts de diafragmawaarde (FNo) in de display.
Bij het meten van het helderheidsverschil wordt de meetuitslag aangegeven in ∆Ev.
Display bereik:
Benaming onderdelen en display gegevens
Diafragmawaarden (FNo) 1.0 tot 90 + 0,9 stops
Lichtwaarden (Ev) -17 tot 40.8
functie wordt
5