Hoofdstuk 10
De toegangscode gebruiken
a
Kies op een toetstelefoon of op een
andere faxmachine het nummer van uw
faxmachine.
b
Zodra u de toon van uw machine hoort,
toetst u uw toegangscode in (3 cijfers
gevolgd door l).
c
De machine geeft aan of een faxbericht
is ontvangen:
1 lange toon - faxberichten
2 lange tonen - ingesproken
berichten (FAX-1460 en FAX-1560)
3 lange tonen - fax- en
ingesproken berichten (FAX-1460
en FAX-1560)
Geen toon- geen faxberichten
d
Wanneer u twee korte geluidssignalen
hoort, geeft u een opdracht.
Als u na 30 seconden nog geen
opdracht invoert, wordt de verbinding
verbroken.
Als u een ongeldige opdracht invoert,
hoort u drie piepjes.
e
Druk op 9, 0 om toegang op afstand te
stoppen als u klaar bent.
f
Hang op.
Opmerking
Als uw machine op de stand Handmatig
is ingesteld en u de functie voor het
ophalen van faxen op afstand wilt
gebruiken, kunt u toegang tot de machine
krijgen door de machine ongeveer twee
minuten te laten overgaan en daarna
binnen dertig seconden uw toegangscode
in te voeren.
54
Faxberichten opvragen
10
a
Kies het nummer van uw faxmachine.
b
Zodra u de toon van uw machine hoort,
toetst u uw toegangscode in (3 cijfers
gevolgd door l). Als u een lange toon
hoort, zijn er berichten voor u.
c
Als u twee korte piepjes hoort, drukt u
op 9 6 2.
d
Wacht op de lange toon en toets
vervolgens met de kiestoetsen het
nummer (maximaal 20 cijfers) in van de
faxmachine waarheen de faxberichten
moet worden doorgezonden, gevolgd
door # #.
Opmerking
U kunt l en # niet als kiesnummers
gebruiken. U kunt # echter wel gebruiken
om een pauze in een nummer in te lassen.
e
Toets 9 0 in om de machine te resetten
wanneer u klaar bent.
f
Wacht totdat u het piepje van de
machine hoort en hang op. Uw machine
belt het andere apparaat en dit apparaat
drukt uw faxberichten af.
10