Connectiviteit 153
Als u een beveiligd WLAN selecteert, wordt u verzocht het betreffende wachtwoord
in te voeren. Als u verbinding maakt met een verborgen netwerk, moet u de juiste
netwerknaam (service set identifier, SSID) invoeren.
Als de webbrowser reeds werkt met de huidige actieve WLAN-verbinding, en u wilt
terugkeren naar de webbrowser, selecteert u
Doorgaan met
browsen.
Als u de actieve verbinding wilt beëindigen, selecteert u de verbinding en
WLAN-
verb.
verbreken.
WLAN-internettoegangspunten
Selecteer
Menu
Instellingen
en
Connectiviteit
Wireless LAN
> Opties.
>
>
Maak een keuze uit de volgende opties:
WLAN-netwrkn filteren — Filter WLAN's uit de lijst met gevonden netwerken. De
volgende keer dat de toepassing WLAN's zoekt, worden de geselecteerde
netwerken niet weergegeven.
Details — Hiermee kunt u de details bekijken van een netwerk dat in de lijst wordt
weergegeven. Als u een actieve verbinding selecteert, worden de
verbindingsgegevens weergegeven.
Bedieningsmodi
Een WLAN heeft twee bedieningsmodi: infrastructuur en adhoc.
In de infrastructuurmodus zijn twee soorten communicatie mogelijk: draadloze
apparaten zijn met elkaar verbonden via een WLAN-toegangspunt of draadloze
apparaten zijn op een LAN aangesloten via een WLAN-toegangspunt.
In de ad-hocmodus kunnen apparaten onderling rechtstreeks gegevens verzenden
en ontvangen.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.