150 Connectiviteit
U kunt ook een WLAN-verbinding gebruiken. In één WLAN kan slechts één
verbinding tegelijk actief zijn, maar verschillende toepassingen kunnen hetzelfde
internettoegangspunt gebruiken.
Voor een gegevensverbinding hebt u een toegangspunt nodig. U kunt verschillende
soorten toegangspunten definiëren, zoals:
MMS-toegangspunten, voor het verzenden en ontvangen van
•
multimediaberichten;
Internettoegangspunten, voor het verzenden en ontvangen van e-mail en om
•
verbinding te maken met internet.
Vraag uw serviceprovider welk type toegangspunt u nodig hebt voor de dienst die
u wilt gebruiken. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie
over de beschikbaarheid van en abonnementen op diensten voor packet-
gegevensverbindingen.
Netwerkinstellingen
Selecteer
Menu
Maak een keuze uit de volgende opties:
Operatorselectie — Selecteer
beschikbaar netwerk zoekt en selecteert of
netwerk wilt selecteren. Als de verbinding met het handmatig geselecteerde
netwerk verloren gaat, hoort u een fouttoon en wordt u gevraagd opnieuw een
netwerk te selecteren. Het geselecteerde netwerk moet een roaming-overeenkomst
met uw eigen netwerk hebben gesloten.
Weergave info dienst — Stel het apparaat zodanig in dat wordt aangegeven
wanneer het apparaat gebruik maakt van een mobiel netwerk op basis van de MCN-
technologie (Micro Cellular Network) en om de ontvangst van relevante informatie
te activeren.
Instellingen
en
>
Automatisch
Connectiviteit
> Netwerk.
als u wilt dat het apparaat een
Handmatig
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
als u handmatig een