114 Camera
Wanneer u de camera sluit, worden de standaard opname-instellingen weer actief.
Selecteer een van de volgende opties:
Hiermee selecteert u de scène.
of
Hiermee schakelt u tussen video- en afbeeldingsmodus.
of
Hiermee toont of verbergt u het raster in de zoeker (alleen voor foto's).
Hiermee activeert u de zelfontspanner (alleen voor foto's).
Hiermee activeert u de reeksmodus (alleen voor foto's).
Hiermee opent u Galerij.
Foto-instellingen:
Hiermee selecteert u een kleureffect.
Hiermee past u de witbalans aan. Hiermee selecteert u de huidige
belichtingssituatie. Met behulp van deze optie kunt u de kleuren van de camera
nauwkeuriger instellen.
Hiermee past u de belichtingscompensatie aan (alleen voor foto's). Als u een
opname maakt van een donker onderwerp tegen een zeer lichte achtergrond (zoals
sneeuw), stelt u de belichting in op +1 of +2 om de helderheid van de achtergrond
te compenseren. Gebruik -1 of -2 voor lichte voorwerpen tegen een donkere
achtergrond.
Hiermee past u de lichtgevoeligheid aan (alleen voor foto's). Hiermee verhoogt
u de lichtgevoeligheid bij weinig licht om de kans op te donkere en vage foto's te
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.