152 Connectiviteit
WLAN-verbindingen
Als u WLAN-verbinding (draadloos LAN) wilt gebruiken, moet u een
internettoegangspunt voor WLAN maken. Gebruik het toegangspunt voor
toepassingen die verbinding met internet moeten hebben.
Er wordt een WLAN-verbinding tot stand gebracht als u een gegevensverbinding
maakt met een internettoegangspunt voor een WLAN. De actieve WLAN-verbinding
wordt verbroken als u de gegevensverbinding verbreekt.
U kunt een WLAN gebruiken tijdens een gesprek of wanneer pakketgegevens actief
zijn. U kunt met maximaal één WLAN-toegangspunt tegelijkertijd verbinding
hebben, maar verschillende toepassingen kunnen hetzelfde internettoegangspunt
gebruiken.
Als het offline profiel is ingesteld voor het apparaat, kunt nog steeds een WLAN
gebruiken (indien beschikbaar). Zorg ervoor dat u voldoet aan de veiligheidseisen
wanneer u een WLAN-verbinding tot stand brengt en gebruikt.
Tip: Als u het unieke MAC-adres (Media Access Control) voor het apparaat wilt
controleren, opent u de kiesfunctie en typt u *#62209526# .
WLAN-wizard
Selecteer
Menu
Instellingen
en
Connectiviteit
Wireless
LAN.
>
>
De WLAN-wizard helpt u verbinding maken met een draadloos LAN (WLAN) en uw
WLAN-verbindingen beheren.
Als WLAN's worden gedetecteerd, en u wilt een internettoegangspunt (IAP) creëren
voor een verbinding en de webbrowser starten met dit IAP, selecteert u de
verbinding en
Browsen
starten.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.