5.2
Voorschriften voor elektrische installatie
De maximale leidinglengte van de voelerleidingen van
50 m mag niet worden overschreden.
Aansluitleidingen met 230 V/400 V en voeler- of buslei-
dingen moeten vanaf een lengte van 10 m apart worden
gelegd.
Vrije klemmen van het toestel mogen niet als steun-
klemmen voor andere bedrading gebruikt worden.
5.3
Schakelkast
6
5
4
Afb. 5.1 schakelkast
Legenda bij afb. 5.1
1
Thermostaatprintplaat (onder de afdekplaat) met aansluitstrip
voor sensors en externe componenten
2 Trekontlastingen
3 Aanloopstroombegrenzer-printplaat (toebehoren), onderste
schakelkastniveau
4 Veiligheidstemperatuurbegrenzer (TB) van extra verwarming
5 Beveiligingsinrichtingen voor extra verwarmingselement en
compressor
6 Aansluitklemmen stroomvoorziening
De precieze verdeling van de aansluitklemmen (6) vindt
u in hfdst. 5.4.
Op de elektrische schakelkast zijn bovendien hangend
twee leidingrollen gemonteerd (hier niet afgebeeld):
– kleine tweepolige stekker:
aansluitleiding voor bedieningsconsole
– grote driepolige stekker:
stroomvoorziening voor vrnetDIALOG
Een stuurleiding voor vrnetDIALOG is bovendien bij de
levering (bijverpakking) inbegrepen.
Installatiehandleiding geoTHERM plus VWS 0020057439_00
Elektrische installatie 5
5.4
Stroomvoorziening aansluiten
Door de netexploitanten worden verschillende manieren
van stroomvoorziening voor warmtepompen voorzien.
De warmtepomp kan met verschillende soorten netvoe-
ding worden gebruikt. Op de volgende pagina's zijn drie
aansluitmethoden beschreven.
• Breng de stroomleiding(en) door het slobgat in de
achterwand van het toestel naar binnen.
• Leid de leidingen door het toestel, door de passende
trekontlastingen en naar de aansluitklemmen van de
aansluitstrip.
• Voer de aansluitbedrading uit zoals afgebeeld in de
volgende bedradingsschema's.
h
Aanwijzing!
De toestelmantels worden pas na vol-
tooiing van het installatiewerk gemon-
teerd.
1
2
3
21