6. INSPECTIE EN REINIGING
Onderhoud aan de Ferroli CCS dient te gebeuren door
erkende vakmensen.
Schoonmaken van de CCS
Maak de mantel van het toestel alleen schoon met zachte
reinigingsmiddelen. Gebruik geen oplosmiddelen zoals
wasbenzine, spiritus e.d.
Inspectiebeurt
Voor een goede werking van het toestel adviseert Ferroli
een periodieke inspectie uit te voeren. Informeer bij uw
installateur naar de mogelijkheden voor service en
inspectie.
7. STORINGEN
Het toestel wordt door een micro-computer volledig
aangestuurd en gecontroleerd. Goede werking of
eventuele storingen worden door het toestel zelf
gesignaleerd. Daartoe zijn er een rood en een groen
lampje in de stuurautomaat van de CCS aangebracht.
Het rode lampje knippert
Als het rode lampje knippert, eventueel in combinatie met
een storingsmelding op de kamertermostaat, dan is er
sprake van een storing aan de regelset of installatie.
Waarschuw uw installateur of energiebedrijf.
In de meeste gevallen zal er nog steeds warmte worden
geleverd voor verwarming en warm water. Bij volledig
geopende keuken- of douchekraan zal de watertempe-
ratuur lager zijn. Wilt u heter warmtapwater, draai dan de
kraan wat verder dicht (Let op! Temperaturen kunnen in
deze situatie hoog zijn).
Het groene lampje brandt
Het groene lampje brandt altijd als teken dat de stekker in
het stopcontact zit.
Het groene lampje knippert
Het groene lampje knippert bij het in bedrijf nemen van het
toestel en als er eens per 24 uur een systeemcontrole
wordt uitgevoerd. Dit knipperen duurt normaal gesproken
enkele minuten. Blijft het lampje langer dan 10 minuten
knipperen, waarschuw dan uw installateur of energie-
bedrijf.
Is het groene lampje uit: Controleer dan eerst of:
•
De stekker in het stopcontact zit;
•
Er spanning op het stopcontact staat
(bijvoorbeeld met behulp van een 230V looplamp);
Losnemen van motoren
Demonteer de klepmotoren nóóit zonder deze elektrisch
los te koppelen. Wanneer de motoren elektrisch gestuurd
worden, terwijl deze niet (goed) op de klep gemonteerd
zijn, kan de situatie optreden dat de motor zodanig
dichtgestuurd wordt dat montage op de klep onmogelijk
wordt.
9