Nachtverlaging /
energie besparing
Geadviseerd wordt om de kamerthermostaat voor het
slapen maximaal 4
C lager in te stellen dan de
o
dagtemperatuur (bij vloerverwarming maximaal 1
Zomerstand
Stel de kamerthermostaat in de zomer in op ca 12
voldoende om het toestel niet in bedrijf te laten komen.
Om sneller over warm tapwater te beschikken, kan de
comfortstand worden ingeschakeld. Let op! Sommige
kamerthermostaten schakelen de comfortstand uit bij
instellingen lager dan 15
o
C.
Warm tapwater
Spaardouches
Alle normale en betere spaardouchekoppen van
gerenommeerde merken zijn te gebruiken. Raadpleeg uw
installateur voor een goede spaardouchekop. Als u een
spaardouchekop gebruikt, zorg dan wel dat deze regel-
matig wordt schoongemaakt. De CCS kent een tap-
drempel van ± 2 l/min (60
o
Warm water comfort
De CCS beschikt over een uitstekende
warmwatervoorziening. Het comfort is volledig te
vergelijken met de moderne HR ketel. Voor HR ketels
bestaat een kwaliteitsbeoordeling van de warmwater-
voorziening, bekend onder de naam van het Gaskeur CW
(Comfort Warmwater).
De CCS is getest volgens deze kwaliteitsbeoordeling
waaruit gebleken is dat de CCS de vergelijking met
gasgestookte HR ketels ruimschoots aan kan.
Gebruik van een zonnewarmteboiler
Het toestel is geschikt om te worden gebruikt als
naverwarmer voor een zonnewarmteboiler.
Is de temperatuur van het tapwater in de zonneboiler
hoger dan circa 60
C, dan is aanvullende energie van het
o
toestel niet nodig. De CCS zal nu niet in bedrijf komen. Is
het tapwater in de zonnewarmteboiler lager dan 60
is naverwarming met behulp van het toestel noodzakelijk.
Mengventiel bij een zonnewarmteboiler.
Bij toepassing van een zonnewarmteboiler dient een
mengventiel vóór de CCS geplaatst te worden.
Gedurende de zomerperiode dient het toestel altijd in
bedrijf te zijn: Houd de stekker in het stopcontact. Het
uitschakelen van het toestel is in verband met lange
wachttijden en gezondheidsaspecten niet toegestaan.
Ook is het niet toegestaan om instellingen van de
warmtapwatertemperatuur te wijzigen. De ingevangen
energie in de zonnewarmteboiler kan in de zomerperiode
zodanig zijn, dat hoge warmtapwatertemperaturen kunnen
ontstaan. Het is daarom belangrijk dat de instelling (63
van het mengventiel niet gewijzigd wordt.
8
C).
o
o
C. Dit is
C).
C, dan
o
5. HET ONTLUCHTEN EN VULLEN
VAN DE CV-INSTALLATIE
Algemeen
Er kan een vulprocedure bij het toestel hangen: Volg
dan deze instructie. Als er geen instructie aanwezig is,
volg dan de hieronder vermelde instructie.
Als de kranen naar het distributienet open staan, wordt
de installatie in uw huis vanuit het distributienet
automatisch op druk gehouden.
Let op!
Het water in het distributienet moet voldoen aan de
eisen zoals deze door KEMA zijn vastgesteld. Indien
hiervan wordt afgeweken, dient eerst contact
opgenomen te worden met Ferroli. Voor eind-
gebruikers is het niet toegestaan zelf middelen toe te
voegen aan het CV-water.
Het vullen van de CV-installatie
Het water dat nodig is om de CV-installatie te vullen komt
vanuit het warmte distributiesysteem van het centrale
collectieve verwarmingsnet. Deze instructie geldt, indien
u de afsluiters van het distributienet heeft gesloten, de
installatie heeft afgetapt en opnieuw wilt vullen.
1. Neem de stekker (230 Volt) uit het stopcontact.
2. Draai alle radiatorkranen open. Bij thermostatische
kranen: Zet deze in de maximale stand.
3. verwijder de mantel van het toestel.
Draai de bevestigingsschroeven van de mantel los.
Til de mantel circa 1 cm op en trek de mantel naar
voren.
4. Open de 2 regelventielen door de wartels van de
motoren een paar slagen los te draaien.
5. Draai de aanvoerkraan (meestal: rode kraan) van de
warmtedistributieleiding langzaam open.
Als de installatie geheel gevuld is, draai dan de
retourkraan (meestal: blauwe kraan) langzaam open.
6. sluit de 2 regelventielen weer door de wartels van de
motoren aan te draaien (gebruik hierbij geen gereed-
schap). Controleer of de regelventielen weer helemaal
afsluiten (warmtemeter toont 0,000 l/h).
7. Ontlucht nu de radiatoren.
8. Plaats de mantel terug en bevestig deze met de
schroef.
9. Steek de stekker weer in het stopcontact.
Het ontluchten van de CV-installatie
1. Neem de stekker uit het stopcontact.
2. Ontlucht de installatie.
3. Begin bij de laagstgelegen radiatoren.
Eindig op de bovenverdieping.
4. Ontlucht tot er geen lucht meer in de installatie
aanwezig is.
Aftappen van de installatie
1. Neem de stekker uit het stopcontact.
2. Sluit alle kranen van het toestel.
3. Sluit de slang aan op de vul-/aftapkraan in de retour-
leiding (De vul-/aftapkraan is geen onderdeel van de
regelset en dient tijdens installatie te zijn aange-
bracht). Let op! Water beneden dit niveau wordt niet
afgetapt.
C)
4. Tap de installatie af. Vergeet niet tijdens het aftappen
o
de radiatorontluchtkraantjes te openen.